Luc Vertommen spreekt over zijn vertrek bij Brassband Buizingen
Op 21 december kondigde Luc Vertommen zijn ontslag bij Brassband Buizingen aan. Aan een uiterst succesvolle samenwerking van maar liefst 25 jaar was plotseling een einde gekomen. Reden voor CUBrass om Luc op te zoeken op zijn werkplek bij de Academie in Deurne en hem te vragen naar zijn beweegredenen.
“Ik heb er lang over nagedacht”
Voor iedereen komt het als een donderslag bij heldere hemel, wanneer heb je eigenlijk zelf de knoop doorgehakt? “Ach, er spelen veel dingen in je hoofd waar je op een gegeven moment in je leven een beslissing in moet nemen. Na de Belgische Kampioenschappen heb ik de muzikanten zoals altijd een weekje vrij gegeven, je hebt met elkaar een enorme inspanning geleverd. De maandag daarna heb ik de band gedirigeerd en de week daarop was het slecht weer met sneeuw en gladheid. Uiteindelijk hebben we de repetitie afgelast en ben ik naar Amsterdam gereisd voor een cursus aan het Conservatorium van Amsterdam met de studenten hafabradirectie van Danny Oosterman en het koperensemble van Pierre Volders. Ik had daar wat tijd om de dingen op een rijtje te zetten en heb uiteindelijk mijn besluit genomen in die week. Terug in België ben ik ’s avonds laat achter de computer gaan zitten en dan verstuur je weloverwogen een bericht, want je hebt er lang over na gedacht. En dan komt er iets heel geks in werking in de kleine brassbandwereld, dan is plots iedereen daarin geïnteresseerd en ik overdrijf niet, ik had binnen 30 seconden vier verschillende reacties uit vier verschillende landen op Facebook en mijn telefoon rinkelde plots om 1 uur ’s nachts. Enkele dagen de moderne media, je emailverkeer en telefoon mijden was toen geen slechte keuze…"
De waaromvraag
Het klinkt niet alsof er een directe aanleiding is voor je vertrek? “De brassbandwereld is eigenlijk net een grote familie. Je kunt niets verstopt houden en iedereen wil alles weten. Nou, zo interessant is het helemaal niet, en bloedstollende verhalen hoef je er zeker niet achter te zoeken. Het is misschien spannender voor de lezers als je met iemand echt geweldige ruzie maakt, maar ik heb geen enkele vorm van ruzie of misverstand of incident meegemaakt. Nee, het is een proces geweest, een heel lang proces van 25 jaar waarin we heel veel mooie dingen samen hebben mee gemaakt en dan komt er ook een moment waarop je denkt: het is tijd om afscheid te nemen. Over het exacte moment en de kentering waarom moet ik langer nadenken, dat was ook de vraag die muzikanten me achteraf stelden. Die hadden het niet zien aankomen. Mijn eerste antwoord was: 25 jaar is lang hè? Ik word het komend jaar 50 en ben dus een half mensenleven dirigent van Buizingen geweest. Een dirigent die zich voor de volle 100% met wat hij kan en niet kan heeft gegeven voor het orkest. Nu is er na een half leven nog volop tijd over om andere zinvolle dingen met diezelfde energie, kracht en creativiteit te kunnen doen.”
Waren de resultaten van invloed?
Na het Belgisch kampioenschap in 2016 is 2017 een jaar geworden met tegenvallende uitslagen tijdens de Europese Kampioenschappen in eigen land, het WMC en ook tijdens de afgelopen Belgische Kampioenschappen waar Buizingen niet de hat-trick voltooide, maar vierde werd. Heeft dat meegespeeld bij de beslissing? “We zijn bezig met topsport en iedereen in de brassbandwereld is terecht heel kritisch. Je kunt ook alleen maar een bepaald topniveau halen als je ook heel zelfkritisch bent. Oostende was geen topprestatie, dat heb ik zelf ook gezegd tegen het orkest. We hadden een aantal verzachtende omstandigheden en die hoefde de buitenwereld op dat moment te kennen. We waren als band super goed voorbereid, maar twee muzikanten op sleutelposities liepen op de donderdag en op de dag van de wedstrijd zelf forse blessures op aan lippen en ribben. Het is een half wonder dat ze uiteindelijk toch gespeeld hebben. Op dit niveau was ook tweemaal als eerste loten zeer vervelend. Zeker als je in een dergelijke evenementenzaal moet spelen met een belabberde akoestiek. Een zaal die geen concertzaal is en die voor geen millimeter klinkt denkt zowel het publiek als de jury: is dat een top-brassband? Ik hoor geen warme klank, ik hoor geen kracht, ik hoor niks. En het typische van het Casino-Kursaal is dat wanneer je een aantal van die bands gehoord hebt, die slechte akoestiek zelfs lijkt te wennen. De dag daarop zaten we helaas weer als eerste op dat podium.“
Laat het welbevinden niet afhangen van een resultaat
“We evalueren altijd met het orkest na een wedstrijd. Daarbij staat voor mij als dirigent voorop dat het welbevinden niet enkel en alleen mag afhangen van het resultaat van een kampioenschap, dan ben je niet goed bezig, en verzeil je in frustratie. Black Dyke was voorlaatste op de recente British Open, die dingen gebeuren soms. Het is terecht dat deze vraag gesteld wordt, maar mijn ontslag bij Brassband Buizingen heeft niets mee te maken met deze resultaten. Het London Symphony Orchestra of Simon Rattle hebben nog geen enkele wedstrijd gewonnen of verloren alhoewel ze toch geweldige muziek maken… Na de EBBC kwamen er nog meer tegenvallende resultaten. Het WMC was een dieptepunt, maar de prestatie op de BBK was al weer veel beter, al had je dan een teleurstellend resultaat. Het zit in heel kleine dingen en daar mag je je positie als dirigent absoluut niet van af laten hangen. Ik heb ondertussen ook al eens een lijstje gemaakt welke elementen je moet hebben om de meeste kans op een goed resultaat te hebben. En als je niet al die elementen op voorhand hebt, dan weet je, vandaag zal het moeilijk zijn. Vooral in het begin van mijn dirigentschap vond ik dat verschrikkelijk. Zo hard uw best gedaan en dan een tegenvallend resultaat, daar was je dan zes weken niet goed van. En het klinkt heel gek: terwijl ik niks belangrijker vind, is het uiteindelijke resultaat in de rangschikking niet het belangrijkste. In navolging van Howard Snell ga ik nooit meer naar resultaten luisteren. Ik vind dat het meest stresserende moment van een kampioenschap, naar de resultaten luisteren.”
Zoveel meer dan kampioenschappen en prijzen
Wat heeft het u persoonlijk gebracht, 25 jaar Buizingen? “Enorm veel, juist ook op het menselijke vlak. Het is je familie, je hebt er mensen die je bijzonder dierbaar zijn. Ik heb ook andere verenigingen gehad, ook dat was zeer waardevol, en als je dan vertrekt denken sommige mensen dat je dat mist. Maar ik mis dat eigenlijk niet, en begrijp dat dit moeilijk voor oud-muzikanten te begrijpen valt maar telkens komt iets in de plaats waardoor je hoofd met andere dingen bezig is. Nieuwe ervaringen en nieuwe muzikale connecties lijken wat dat betreft de oude te vervangen al vergeet je uiteindelijk nooit wat je in al die orkesten hebt beleefd aan sterke muzikale en menselijke momenten.”
Wat laat je achter? “Ik heb dat orkest gekregen op een heel gekke manier, nu is dat bijna onmogelijk. Ik had nog nooit gedirigeerd en was pas 24. Het orkest was nog een half orkest en ik werd, via mijn vrouw, gevraagd om te komen spelen. Mijn vrouw antwoordde, ‘spelen denk ik niet, maar misschien is dirigeren wel iets voor hem? We zijn gestart in de tweede divisie en de eerste stukken op de repetitie waren Patterns van Edward Gregson en Contest Day van Eric Ball, dat is geen Apocalypse… Vandaar uit zijn langzaamaan al die successen gegroeid en dat vind ik wel het allermooiste en het meest waardevolle en ik neem dat met mij mee, ik ben er terecht fier op, en ik laat er wel iets achter. Wat ze met deze muzikale erfenis doen dat is natuurlijk nu de verantwoordelijkheid van anderen, en ik hoop uiteraard het allerbeste. En dat merk ik ook in de reacties die ik krijg van de muzikanten. In eerste instantie hebben sommige me niet direct willen bellen of mailen, ze vonden dat moeilijk. Ze wisten niet goed hoe te reageren, omdat ze het niet zagen aankomen. Er zijn heel veel jonge muzikanten bij Buizingen, die nooit met een andere dirigent hebben gespeeld.”
Is de agenda op maandagavond al weer gevuld? "Op maandagavond is die nu leeg, maar dat is niet erg. Ik ben altijd bezig, heb 3 jobs: ik moet een school runnen, ik run een uitgeverij en ik dirigeer, maar ik heb nog nooit de indruk gehad dat ik moet werken. Passie is het beste woord daarvoor, denk ik."