Voorbeschouwing Belgische Brassbandkampioenschappen 2024

Laatste update om 19:13 op Thursday, 21 November

In aanloop naar de Belgische Brassband Kampioenschappen blikt CU Brass vooruit met deelnemers uit de verschillende afdelingen. In de kampioensafdeling was Festival Brassband uit Antwerpen vorig jaar de runner-up. We spraken Nick van Elsen, flugel speler van de band over de voorbereidingen voor dit jaar:

Wanneer zijn jullie begonnen met de voorbereidingen voor het kampioenschap?  
Normaal gezien starten we tijdens de zomermaanden al met sectierepetities, want we proberen de muzikanten immers zo min mogelijk te belasten tijdens de zomervakantie. Dit jaar is dat door omstandigheden niet duidelijk gelukt en hebben we eigenlijk pas echt goed kunnen starten aan de voorbereiding ergens half oktober. Dat vraagt een zeer strakke timing om twee werken in te studeren. Guy Audenaert, onze assistent conductor, gaat elk jaar ook naar de British Open. Het is op zich ook een goede voorbereiding om het verplichte werk daar al een heel aantal keer te horen en zo een beeld te vormen waar je zelf naartoe wil. 

Zijn er extra (sectie)repetities en dergelijke gepland? Werkt u ook met gastdirigenten? 
We plannen altijd extra repetities, maar opnieuw willen we hier maximaal efficiënt werken en onze muzikanten ook nog een leven naast de brassband gunnen. We hebben geluk dat we twee zeer bedreven dirigenten hebben en we weinig tijd verliezen aan het uittesten hoe we een bepaalde maatsoort gaan onderverdelen. We repeteren standaard eenmaal per week op maandagavond, die is opgedeeld in een sectierepetitie en een full band repetitie. In eerste instantie plannen we die sectierepetities voor de cornetten en de hoorns, omdat dat de grootste groepen zijn. Naar mate het kampioenschap nadert verhoogt ook het repetitieritme. In de laatste twee weken voor het kampioenschap hebben we acht extra repetities, voornamelijk sectierepetities. Guy Audenaert heeft het grootste deel van de voorbereiding gedaan tot en met 18 november, sindsdien neemt Steven Verhaert de leiding van de tuttirepetities over om de voorbereiding af te werken. Guy leidt in de tussentijd nog alle sectierepetities. Verder werken niet met gastdirigenten.  
 
Is het verplichte werk The Lost Circle van Jan van der Roost uitdagend genoeg voor uw band? Waar liggen met name de uitdagingen? Welk specifieke deel vraagt het meeste van de musici en waarom? 
Het werk kent absoluut uitdagingen als je het tot in het kleinste detail wil afwerken. De grootste uitdagingen liggen, naast individuele partituurkennis, altijd op de homogeniteit van de band en de totaalklank. Dat is een kwestie van balans, vibrato, samen de noten inzetten en afronden. Op het scherpst van de snede liggen daar de laatste procentpunten voor het oprapen. Het spreekt voor zich dat elk individu zijn of haar partij moet kennen, maar het samenspel en de samenklank zijn zaken die je enkel in de bandroom kan oefenen. Daarnaast heeft elke sectie wel een uitdagende passage en weten de solisten dat ze in vorm moeten zijn. Jan van der Roost is een echte autoriteit en vakman als het op HaFaBra-compositie aankomt. Hij weet dus heel goed wat hij schrijft.  
 
Het financiële plaatje; is deelname voor uw verenigingskas te overzien? Moet u nog investeren in dempers, slagwerk om aan de voorgeschreven instrumentatie te voldoen? 
De investering in dempers hadden we vorig jaar al gedaan. We hebben toen ongeveer de hele range van Dembro mutes aangeschaft. Eén van onze muzikanten, Bartje voor de vrienden, investeert regelmatig in nieuw percussiemateriaal voor onze band. Zo hebben we een splinternieuwe tam-tam aangeschaft. De speciale instrumentatie zoals de donderplaat en de lion's roar maken we zelf. We experimenteren daar ook mee en gaan op zoek naar de beste effecten voor onze interpretatie van het werk.  
 
Wanneer zijn de kampioenschappen voor jullie geslaagd?  
Voor ons is de BBK geslaagd als we met een goed gevoel van het podium komen. Het publiek enthousiast is en we gespeeld hebben zoals we het hebben voorbereid. We zijn niet gebrand op de hoofdprijs. Wij willen in de eerste plaats muziek maken en als band weer enkele stappen vooruitzetten. In dat opzicht hebben wij ook niets te bewijzen of te verdedigen. De sfeer is goed, de band maakt elke repetitie progressie en we kijken ernaar uit om twee mooie uitvoeringen te brengen. Wat de jury daarvan zal vinden, zal enkel de jury weten. 
 
De zaal in Heist-op-den-Berg; is deze goed geschikt om te spelen voor brassbands?  
De zaal in Heist-op-den-Berg is elk jaar weer het onderwerp van discussie. Het is zeker niet de beste zaal, maar zeker ook niet de slechtste om een brassbandkampioenschap te organiseren. De akoestiek is erg afhankelijk van waar je zit in de zaal en het gevoel op het podium is ook enigszins bijzonder. Een zaal met meer uitstraling, die beter bereikbaar is en met een uitmuntende akoestiek zou in de ideale wereld wel de voorkeur hebben, maar we willen de zaal niet als excuus gebruiken. Het 'probleem' is misschien niet alleen de zaal, maar ook het format van de kampioenschappen. Als we het vergelijken met bijvoorbeeld Nederland dan stellen we vast dat de opkomst in de lagere divisies klein is en dat er over het algemeen minder animo lijkt te bestaan. De NBK vult Tivoli-Vredenburg tot het dak, het BBK vult bij de 'beste' bands de Zwanenberg bijna tot het dak, maar dat is nog steeds een héél groot verschil.

Er zijn al stuurgroepen, bevragingen en werkgroepen genoeg geweest om zich te buigen over het format van de BBK. Er zijn regelmatig wijzigingen van het reglement geweest en er is intussen ook de open afdeling, maar tegelijk lijken er nog steeds obstakels te zijn waar we al jaren geen antwoord op kunnen bieden als brassbandgemeenschap. Die lijkt, tenminste tijdens de BBK, steeds meer op een omgekeerde piramide. Tijdens een VOBK zie je bijvoorbeeld bands aantreden uit lagere divisies die we al jaren niet (meer) zien tijdens de BBK. Die situatie is niet duurzaam, gelukkig gaan bands ook met eigen projecten aan de slag. Brassband Willebroek zet daar hard en succesvol op in. Wij hebben zelf kleinschaliger de samenwerking met de academie van Deurne en ook vanuit de overheid is er steeds meer aandacht voor de amateurkunsten. Hopelijk gaan we daar naar een inhaalbeweging en kan de brassbandgemeenschap als geheel daar van mee profiteren. 
 
Tot slot nog dit: we weten dat VLAMO en hun medewerkers ontzettend veel werk verzetten om ons een mooi kampioenschap te bieden. We zijn hen daar elk jaar ontzettend dankbaar voor!