Terugblik British Open met Luc Vertommen

Laatste update om 06:59 op Tuesday, 17 September

CU Brass stelde na het British Open en de première van The Lost Circle van Jan Van der Roost enkele vragen aan jurylid Luc Vertommen. Luc antwoord op vier vragen: over het werk, de achttien uitvoeringen in de Symphony Hall in Birmingham vorige week, de componist en zijn persoonlijke indrukken. Veel leesplezier.

Over de compositie zelf: Wat maakt The Lost Circle een unieke compositie binnen het brassbandrepertoire?  Welke muzikale thema’s springen er voor jou? Hoe zou je de sfeer van deze compositie beschrijven? Wat probeert Van der Roost over te brengen?
Jan Van der Roost heeft opnieuw gezorgd voor een monumentaal plichtwerk. The Lost Circle past als vijfde werk mooi in het rijtje van Excalibur-Stonehenge-Albion en From Ancient Times. Alle vijf hebben ze met mekaar gemeen dat het plichtwerken zijn geschreven door een vakman-componist die het verhaal en de muziek bovenaan plaatst en dan pas de virtuositeit en de technische hoogstandjes. Alhoewel The Lost Circle veruit het meest complexe werk is uit de reeks staat nergens één passage in de partituur waar de componist op zoek gaat naar vergezochte, technische moeilijkheden of solistische acrobatieën in extreme registers. De moeilijkheden en uitdagingen in The Lost Circle zijn van een andere aard. 

De sfeer van het stuk kunnen luisteraars al voor een deel voorbereiden door het lezen van de afzonderlijke titels. Van der Roost geeft in die afzonderlijke fragmenten de tocht weer die eeuwen geleden plaatsvond om de gigantische stenen te vervoeren over de Preseli Hills naar het beroemde prehistorische monument Stonehenge bij de Britse stad Salisbury. 

Zijn er specifieke secties in de compositie die bijzonder uitdagend zijn voor de muzikanten. 
Er staat geen enkele bladzijde in het werk die niet de nodige aandacht en studie verdiend en die om zeer verschillende redenen uitdagend is voor het orkest. Het sterke aan dit plichtwerk is dat alle secties uit de band (de vierde slagwerker, de derde cornet en de tweede hoorn en bariton inbegrepen) uitgedaagd worden om uitgebreid te oefenen. Wat tijdens de achttien uitvoeringen in Birmingham opviel is de manier waarop het slagwerk integraal deel uitmaakt van het muzikale verhaal en de kopers bijkleurt (zonder dynamische extremen). Uitdagend in het werk zijn vooral de passage met de vier bassen in het beginkoraal, de veelvuldig wisselende textuur en het samenspel in het eerste deel en het vinden van mooie muzikale lijnen in het middendeel. De finale is (zoals in de meeste brassbandwerken) een ‘tour de force’ van finesse en gecontroleerd enthousiasme.  

Over de uitvoering. Waar let u als jurylid vooral op bij de uitvoering van The Lost Circle? Welke aspecten van het stuk bieden voor brassbands de grootste interpretatieve vrijheid? Zijn er specifieke delen waar u verwacht dat de meeste bands zich zullen onderscheiden?
Je let als jurylid op alle aspecten van een muzikale uitvoering. Strak samenspel en transparantie in het eerste deel bleken een belangrijke parameter. Het prachtige ‘Salisbury plain’ in het middendeel is zeker een melodie die in Utrecht tijdens de pauze en na het NBK duchtig zal geneuried worden. Deze zalige, bijna vocale melodische lijn geeft het meest kansen om muzikaliteit, mooie gefraseerde lijnen en een prachtige orkestklank te etaleren. 

Het werk heeft een aantal technische en muzikale hinderlagen, al wie die wist te overkomen en boven de technische uitdaging kon uitstijgen heeft zich weten te onderscheiden. We hebben een aantal buitengewone uitvoeringen kunnen beluisteren van brassbands op het allerhoogste niveau. Dat koperblazers dit soort uitdaging aankunnen bewijst toch het enorme kwalitatieve niveau van dit soort wedstrijden. Hoed af voor al die bands die daar individueel en collectief uren aan hebben besteed. In specifieke delen hebben we ook een aantal buitengewone solisten kunnen beluisteren. Er was niet voor iedereen een solo-prijs voorzien maar de prestaties van Paul Richards of Jérémy Coquoz (soprano), Mathilde Roh, Jamie Smith en Dennis Vork (cornet) of Dan Thomas en Adam Bokaris (euphonium), de trombonesectie van Treize Etoiles waren buitengewoon. (en dan vergeet ik er nog wel enkele) 

Over de componist en het werk in context.

Wat zegt deze compositie volgens u over de stijl of evolutie van Jan Van der Roost als componist? Hoe wordt The Lost Circle muzikaal uitgebeeld? Hoe past het werd in de traditie van de brassbandmuziek, en denkt u dat het als een klassiek werk in het repertoire zal blijven? Heeft u bepaalde verwachtingen over de manier waarop verschillende bands dit stuk zullen benaderen, afhankelijk van hun ervaring of stijl?
Nog meer dan de vier vorige grote brassbandwerken van Jan Van der Roost volgt de componist het onderliggende verhaal. Met The Lost Circle is voor Van der Roost ook een cirkel van meer dan 35 jaar componeren helemaal rond. Hopelijk voor de brassbandwereld zet hij zijn reeks van interessante werken nog lang verder. 

Op een wedstrijd zullen alle deelnemende bands op hun eigen manier proberen om de muziek zo interessant mogelijk naar voren te brengen. Wat in Birmingham het juryteam het meest kon bekoren waren de bands die hard hadden gewerkt om de ideeën van de componist zo getrouw mogelijk weer te geven. Het was voor ons geen werk dat excessen, overmatige tempi of overinterpretatie verdraagt. De componist is niet voor niets spaarzaam met extreme dynamieken en gebruikt veel varianten van ‘poco’ in zijn partituur. Verfijning en beheersing waren voor ons in dit werk de twee voornaamste scheidsrechters.

Persoonlijke indrukken.

Wat vindt u persoonlijk het mooiste of krachtigste moment in The Lost Circle? Hoe denkt u dat het publiek zal reageren op deze compositie tijdens de wedstrijd? Heeft u zelf specifieke herinneringen of indrukken over een uitvoering van dit werk?
Persoonlijk is voor mij de Salisbury Plain het hart van het werk. Meer nog dan de vele technische hoogtepunten zijn deze pagina’s toch de momenten waarop de unieke sound van een band en de muzikaliteit in je geheugen blijven plakken. Het is zeker en vast een werk waarvoor het publiek op het NBK voor alle orkesten op zijn stoel geboeid blijft zitten luisteren. Ieder orkest heeft een indruk op ons gemaakt – enkele orkesten gaven een mooie lezing van de partituur maar werden gehinderd door de hoge moeilijkheidsgraad van het werk. Al wie daar bovenuit stak had iets bijzonders zeker de eerste drie bands. Treize Etoiles was ‘buitengewoon’, Flowers was ‘memorabel mooi’ en Black Dyke ‘monumentaal indrukwekkend’.