KF Sint-Cecilia Meerdonk o.l.v. Jean Vonck
Het voorlaatste optreden in deze divisie wordt verzorgd door KF Sint-Cecilia Meerdonk o.l.v. Jean Vonck.
Hine e Hine - Peter Graham - Arr. Luc Vertommen. De prachtige Nieuw Zeelandse melodie start met veel bugel, het werk mondt uit in een mooie climax om in de verte te verdwijnen.
We zitten nog steeds in de ochtenduren als dit KF Sint-Cecilia start met hun optreden. Vergezeld met van mascotte brengen zij Hine e Hine. Een mooie zachte sound is te horen. De slotnoot zou nog wat meer weg mogen vagen.
Dogon - Kevin Houben. In Dogon neemt componist Kevin Houben de luisteraar mee op reis naar de helling van de West-Afrikaanse Dogonvallei. Majestueuze klanken schetsen de buitengewone cultuur van de Malinese bevolkingsgroep die hier op de steile helling huizen bouwt. De Dogon geloven dat de vallei zowel een dreiging als een belofte voor de toekomst inhoudt: om dit te symboliseren monden donkere en mysterieuze akkoorden uit in een rustpunt binnen de compositie. Daarna neemt de componist de luisteraar mee naar een spetterend en uitdagend slot dat verwijst naar de kleurrijke, gemaskerde dansen van de Dogon. Dogon werd gecomponeerd in opdracht van de stichting Kunstfactor te Utrecht (NL) en is mede tot stand gekomen met de steun van het Muziekuitleen - en Informatiecentrum (MUI), dat onderdeel is van de Biblioservice Gelderland te Arnhem (NL).
Een stevige roffel in het slagwerk opent dit werk. Wederom horen we een mooie ronde sound. De bugelsolo is prachtig. Ook de begeleiding eromheen is beheerst. Er zit een lekkere drive in dit werk. Technisch is alles dik in orde en de balans is goed. Wat licht ongelijk spel in het slagwerk, waarna de bugel wederom een prima solo aflevert. In het slodeel is het slagwerk wel spatgelijk, en horen we ook de fijne drive van het begin weer terug. Het orkest werkt toe naar een mooie finale. Heel prettig om naar te luisteren.
The Flood - Filip Keunen. Componist Keunen over de moeilijkheid van het werk: "Ik denk dat The Flood een werk is dat perfect in de eerste afdeling past, uiteraard met hier en daar enkele technische uitdagingen of uitdagingen qua samenspel. Het stijgen van het niveau is voor mij een logisch gevolg van de evolutie die de harmonie- en fanfareorkesten momenteel en de laatste decennia hebben doorgemaakt. De harmonie- en fanfareorkesten van vandaag bestaan veel meer uit geschoolde muzikanten dan bijvoorbeeld vijftig jaar geleden. Veel muzikanten (zowel jong als oud) studeren aan de plaatselijke muziekacademie of hebben deze beëindigd, waardoor zij een heel brede basis hebben en waardoor het niveau stijgt. Dit bewijst ook dat er in de muziekacademies goed werk geleverd wordt.
Het fraaie spel in het vorige werk krijgt een wat minder vervolg in dit werk. Het samenspel laat hier en daar te wensen over en de stemming is ook minder. Zou de vermoeidheid intreden? Ook de drive is wat weg, maar solistisch blijft alles wel goed overeind. Het slot van het werk is wel weer goed en krachtig. Een mooi orkest met een volle ronde sound, maar wel een optreden met twee verschillende gezichten.