Op bezoek bij Luc Vertommen
Luc Vertommen is al jaren een muzikale duizendpoot. CU Brass ging op bezoek bij de succesvolle dirigent, docent, arrangeur en onderzoeker die in een tweeluik een inkijkje geeft in zijn dagelijkse leven. Vandaag deel 1 over de goed gevulde agenda, het dirigeren, arrangeren en onderzoeken:
Je dirigeert je eigen orkesten in Nederland, Frankrijk en daarbuiten. In het dagelijks leven ben je directeur van de Kunstacademie Deurne, je maakt veel arrangementen, runt je eigen uitgeverij Band Press en doet daarnaast onderzoek binnen de blaasmuziek. Dat lijkt een druk bestaan?
Mijn weekschema en mijn agenda zijn inderdaad goedgevuld. Het is eigenlijk nooit anders geweest. Ik doe alles wat ik momenteel doe zeer graag en ik ervaar het nooit als een opgave (of als écht werk…) om er zo intens mee bezig te zijn. Mijn dagelijks werk is leiding geven aan 1300 leerlingen en 65 leerkrachten aan de Kunstacademie Deurne. Dit doe ik ondertussen al een jaar of twaalf. Het directeurschap kwam onverwacht in de plaats van een full-time job als docent koper, samenspel en hafabra-directie in het muziekonderwijs.
Het dirigeren heb ik als sinds jonge leeftijd gecombineerd met het lesgeven, dat kwam eigenlijk ook redelijk natuurlijk op mijn weg na het spelen in fanfareorkesten en brassbands vanop jonge leeftijd. Ik vermeld in alle gesprekken graag mijn eerste kennismaking met de muziek in de dorpsfanfare van Leest bij Mechelen en in de Brassband Midden-Brabant, beiden onder leiding van Jean-Pierre Leveugle. Oudere lezers van CU Brass kennen Leest misschien nog van de Internationale Muziekwedstrijd die er jaren werd georganiseerd. Zonder deze schitterende vereniging met een voorbeeldige jeugdopleiding, mijn grootvader die er bariton speelde en zijn gedreven dirigent was ik allicht nooit professioneel muzikant geworden. Door de stap naar het Lemmensinstituut in Leuven en naar Brassband Willebroek en Frans Violet kwam ik op mijn weg tal van inspirerende namen tegen die mij hebben gevormd en de passie voor de muziek doorgaven. Zonder liefde en passie voor het vak werk je zo’n gevulde agenda immers niet af.
De wekelijkse repetities met de Hauts-de-France Brass Band en Brassband Rijnmond staan met stip in mijn (nog papieren) agenda. Indien er nog tijd in mijn agenda overblijft, zeg ik ook graag ‘ja’ tegen andere muzikaal interessante vragen. De voorbije maanden waren dat onder andere de Whitburn Band in Schotland en enkele jurytaken in Zwitserland. Het arrangeren en de uitgeverij kwamen al redelijk snel na het dirigeren van eigen orkesten. De wil om de instrumentatie en orkestratie te doorgronden en het repertoire van mijn eigen orkesten uit te breiden buiten het gekende en bestaande repertoire, maakt dat ik vooral de laatste tien jaar de dagelijkse studie van mijn eigen instrument, de cornet, heb vervangen door het muziekpapier of de digitale versie van Sibeliu. De laatste maanden werkte ik aan een opdracht voor Tim De Maeseneer en een tweede cd met de Black Dyke Band en Nick Childs met muziek van John Rutter. Een druk werkschema onder controle houden en agenda’s plannen op lange termijn (niet mijn favoriete bezigheid) horen daarbij. Ook dikwijls ‘neen’ kunnen en durven zeggen en tijd vrij plannen in je agenda voor wat écht belangrijk is, heb ik ondertussen moeten leren.
Buiten het arrangeren is de laatste twintig jaar ook onderzoek één van mijn bezigheden. Dit is mijn enige, écht eigen project in mijn leven dat ik niet organiseer samen en ten dienste van andere muzikanten of orkesten. Een eigen project dat behoorlijk uit de hand gelopen is ondertussen met twee doctoraten en een aantal cd-projecten rond historische muziek voor blaasorkest met o.a. Steven Mead, Glenn Van Looy, saxofonist Kurt Bertels en de Muziekkapel van de Belgische Luchtmacht. Momenteel werk ik aan de reconstructie en het ontcijferen van een aantal manuscripten voor harmonieorkest van Marcel Poot en Charles-Louis Hanssens.
Met componist Thierry Deleruyelle na het NBK 2023 in Vredenburg, Utrecht
met Whitburn Band op het British Open (2023)
In deel 2 gaat Luc verder in op de rol van de muziekacademies en de HaFaBra sector in het algemeen.