VLOF 2024: Dirigent Arthur Vanderhoeft van KF de Trouwe Vrienden

Laatste update om 18:37 op Tuesday, 13 February

In de aanloop naar het Vlaams Open Fanfare Kampioenschap (VLOF) op zaterdag 9 en zondag 10 maart in Heist-op-den-Berg spreekt CU Brass met componisten en dirigenten over hun bijdrage aan dit kampioenschap. Arthur Vanderhoeft neemt deel met KF De Trouwe Vrienden Duffel-Mijlstraat.

Hoe kwam de keuze om deel te nemen aan het Vlaams Open Fanfarekampioenschap 2024 tot stand?
Toen VLAMO besloot om de wedstrijden voor fanfareorkesten te kaderen binnen het VLOF dat reeds eerder georganiseerd werd voor de toporkesten, konden wij dat alleen maar toejuichen. Het voelt werkelijk aan als een upgrade, mede ook omdat er nu opnieuw een verplicht werk ingevoerd wordt. We legden het voor aan de muzikanten en iedereen wilde er wel voor gaan.

Hebben jullie een specifiek doel voor ogen met deelname?
Het hoofddoel is om verder aan de kwaliteit van het orkest te bouwen. Het is zeker niet zo dat wij voor andere optredens de afwerking verwaarlozen, maar de verplichting om gedurende een bepaalde periode de focus te leggen op de twee uit te voeren werken tilt het niveau van afwerking verder omhoog. We merken ook dat het de teamspirit binnen de groep bevordert, hetgeen zeker een belangrijke factor is binnen een socioculturele vereniging in een dorp.

Heeft het orkest al eerder deelgenomen aan wedstrijden?
Ons orkest nam ook in 2019 en 2022 deel aan de VLAMO-wedstrijden. Als dirigent houd ik ervan om een doel te hebben als orkest om naartoe te werken en de groep volgt me hierin.

Hoe lang is de voorbereiding op dit specifieke evenement?
Wij speelden ons Nieuwjaarsconcert tijdens het tweede weekend van januari. Hier brachten we o.a. een eerste uitvoering van de wedstrijdwerken. Vanaf dan wordt er verder geschaafd aan de verfijning voor de uitvoering tijdens het VLOF.

Hebben jullie gebruik gemaakt van gastdirigenten?
Wij nodigen sowieso tijdens het jaar af en toe specialisten uit om een specifieke instrumentengroep te coachen. Ik ben zelf koperblazer en regelmatig laten wij onze groep saxen werken met een specialiste.

Zijn er sectie- of extra repetities geweest in voorbereiding naar dit evenement?
Wij zitten nu in de finale afwerking voor het VLOF en elke sectie heeft de eerstkomende weken minstens één partiële repetitie. Nu de muzikanten hun noten kennen ligt de focus hierbij vooral op de intonatie, op het mengen van de klankkleuren van de individuele muzikanten en op de verfijning van de articulatie.

Er wordt gewerkt met een opgelegd werk, binnen de brassbandwereld is dit meer gewoonte dan bij de harmonieën en fanfares. Hoe kijkt u aan tegen deze keuze, om te werken met een plichtwerk?
Wij juichen dit toe. Het is voor de organisator belangrijk om voor een wedstrijd een bepaalde artistieke norm te stellen. Indien het verplichte werk goed gekozen is, laat het ook toe om muzikaal minder betreden paden te leren ontdekken.
 
Wat vindt u van het niveau van het verplichte werk?
Het verplichte werk in de tweede afdeling is behoorlijk moeilijk. Veel muziek die voor lagere afdelingen gecomponeerd wordt gaat niet verder dan wat mooie melodietjes en hoogstens wat effecten om er wat pit in te brengen. In dit werk moeten we veel dieper gaan. Thom Zigterman schreef echt een degelijk geconstrueerde compositie, die ons toelaat meerdere interessante instrumentencombinaties te verwerken. Ook de uitwerking van de contrapuntische lijnen in een gedeelte van het werk blijkt echt een uitdaging te zijn.
 
Voor welk vrij werk hebben jullie gekozen en waarom? 
Voor het vrije werk was er vanwege de muzikanten de vraag om een eerder toegankelijke compositie die niet te moeilijk was te kiezen. Wij kozen voor Dakota van Jacob de Haan. Het is zeker een leuk en degelijk werk om te spelen en het is in tegenstelling tot het verplichte werk heel open georkestreerd.

Wilt u verder nog wat kwijt betreffende VLOF 2024?
Hulde aan VLAMO om met deze vernieuwde competitie de lat voor de HaFa sector in Vlaanderen terug omhoog te brengen. Wij kunnen onze collega’s van de kleinere orkesten enkel maar aanmoedigen om ook deel te nemen in de toekomst.