VLOF 2024: dirigent Stijn Aertgeerts over deelname met K.F De Goorse Bloesem

In de aanloop naar het Vlaams Open Fanfare Kampioenschap (VLOF) op zaterdag 9 en zondag 10 maart in Heist-op-den-Berg spreekt CU Brass met componisten en dirigenten over hun bijdrage aan dit kampioenschap. Stijn Aertgeerts is dirigent van fanfare K.F De Goorse Bloesem die deelneemt in de eerste afdeling. 

Hoe kwam de keuze om deel te nemen aan het Vlaams Open Fanfarekampioenschap 2024 tot stand?
We zitten met een zeer jonge groep muzikanten waarvan de meesten nog geen ervaringen hebben met het naartoe werken van een wedstrijd. Toen Vlamo aankondigde dat het VLOF open werd getrokken voor alle afdelingen hebben we dan ook zeer snel besloten dat dit een mooie uitdaging was. Onze hoekstoelen worden gelukkig aangevoerd door enkele zeer ervaren muzikanten die de jonge mensen perfect ondersteunen en begeleiden. 

Hebben jullie een specifiek doel voor ogen met deelname?
We willen vooral de groep samen laten groeien door ergens zo intensief naartoe te laten werken. Met een concert werd er natuurlijk ook al hard gewerkt, maar nu zo intensief voorbereiden op 2 wedstrijdwerken geeft toch nog een speciaal gevoel. De groep heeft zich naar mijn inziens tijdens de voorbereiding zeer goed geamuseerd en is muzikaal ook sterk gegroeid. Dan is het eindresultaat ook van ondergeschikt belang. 

Heeft het orkest al eerder deelgenomen aan wedstrijden?
Dit is al van heel wat jaren geleden, toen fanfares nog voor subsidies in provinciale wedstrijden moesten spelen. Er zitten bij ons in het orkest ook heel wat muzikanten uit het brassband milieu waar wedstrijden en wedstrijdwerken een veel groter deel van het repertoire inneemt. het was dus wel een ideale gelegenheid om dit ook met de fanfare eens mee te maken.

Hoe lang is de voorbereiding op dit specifieke evenement? 
We zijn een 2 a 3 maanden geleden begonnen met de voorbereiding van deze wedstrijd. Eerst hebben we een heleboel keuzewerken door gelezen en dan heb ik het orkest laten beslissen welk werk zij graag wilden spelen! Daarna zijn we er meteen ingevlogen, met ook nog daartussen wat repertoire voor het concert in April. Maar de laatste weken hebben we alles op alles gezet voor het VLOF. 

Hebben jullie gebruik gemaakt van gastdirigenten?
Neen, helaas niet. Gelukkig heb ik enkele zeer ervaren muzikanten in mijn orkest, waaronder bijvoorbeeld Mathias Vleugels en Ruben Dyck, onze 2 voorzitters, die steeds wel even konden gaan luisteren vanop afstand of iets wel helemaal klinkt zoals het moet met een score bij de hand. Dus ik heb ook veel steun vanuit de eigen groep indien nodig!

Zijn er sectie/extra repetities geweest in voorbereiding naar dit evenement?
We hebben voor onze repetities de laatste maand telkens een uurtje een sectie vroeger laten komen en nog en 2 a 3 tal extra repetities gepland. Dit op te zorgen dat we zo vaak mogelijk bij elkaar konden zitten om de groep nog meer tot een geheel te krijgen.

Er wordt gewerkt met een opgelegd werk, binnen de brassband wereld is dit meer gewoonte dan bij de harmonieen en fanfares. Hoe kijkt u aan tegen deze keuze, om te werken met een plichtwerk?
Ik vind dit zeer fijn. Er is natuurlijk geen betere manier voor de jury om de orkesten te vergelijken dan wanneer iedereen hetzelfde werk brengt. Dit brengt dan zijn eigen uitdagingen met zich mee maar het is ook wel zeer leuk om met een nieuw onbekend werk, hier van nul zelf iets van te maken!

Wat vindt u van het niveau van het verplichte werk?
Filip Ceunen heeft een zeer aantrekkelijk werk geschreven voor zowel het orkest als het publiek.
Het heeft enkele zeer mooie solistische passages maar ook meer dan genoeg momenten waar het orkest zijn tutti klank kan laten horen. We hebben geprobeerd om muzikaal alle lijnen die er in het werk zitten zoveel mogelijk te laten uitkomen en ik hoop dat dit dan ook op de wedstrijd bij het publiek in de smaak zal vallen.

Voor welk vrij werk hebben jullie gekozen? Waarom dit specifieke werk? 
Dit was voor mij wel niet zo simpel. We spelen Black Saturday, een werk dat ik zelf enkele jaren geleden geschreven heb. Ik had op zich eerst wat schrik om een werk van mezelf op een wedstijd te brengen. We hebben op de repetities heel wat werken doorgelezen uit de Vlamo-repertoirelijst voor 1ste afdeling, en dan heb ik het orkest zelf laten kiezen welk werk ze graag wilden spelen. Het zou natuurlijk ook voordelen kunnen hebben, zoals bijvoorbeeld dat ik het werk (hopelijk) wel wat ken. Maar er kunnen ook gevaren inzitten, zoals vastgeroest geraken in een eerder idee bijvoorbeeld. We zullen zien hoe dit in de zaal overkomt! Ik voelde me alleszins al vereerd dat de muzikanten het werk wilde spelen, al kan het natuurlijk ook zijn dat ze niets anders durven zeggen tegen de componist zelf. 

Wilt u verder nog wat kwijt betreffende VLOF2024?
Ik zou graag Vlamo willen bedanken voor het opentrekken van de afdelingen. Je kan duidelijk aan de interesse van de orkesten, ook de orkesten die uiteindelijk niet beslist hebben om dit jaar deel te nemen, dat er een grote nood was aan een nieuwe wedstrijd voor Fanfares van alle niveaus, dus het is zeer fijn dat er nu weer een podium is aangeboden. Verder wil ik alle orkesten graag veel succes en vooral veel plezier wensen het komende weekend!