VLOF 2024: Dirigent Dominique Capello van Fanfare Voorne-Putten
In de aanloop naar het Vlaams Open Fanfare Kampioenschap (VLOF) op zaterdag 9 en zondag 10 maart in Heist-op-den-Berg spreekt CUBrass met componisten en dirigenten over hun bijdrage aan dit kampioenschap.
Hoe is de keuze voor deelname aan het VLOF tot stand gekomen?
Medio vorig jaar kwam het bericht op sociale media dat het VLOF voor iedere afdeling open zou staan. Op basis van eigen ervaringen heb ik toen meteen het voorstel aan orkest en bestuur gedaan om deel te nemen.
Hebben jullie een specifiek doel voor ogen met deelname?
Wat wij vooral wilden bereiken is dat het orkest weer een beetje op het niveau komt van voor de pandemie. Het orkest was wat in slaap gesust door lang niet te spelen en daarna door vooral concerten te geven met wat minder uitdaging. Ik vond dat het absoluut weer tijd was voor wat meer uitdaging en dat het zonde was dat het orkest onder niveau aan het spelen was, omdat er simpelweg te veel concerten geprogrammeerd werden. Nu kunnen we ons op drie werken richten in korte tijd en dat brengt het beste in de muzikanten naar boven.
Heeft het orkest al eerder deelgenomen aan wedstrijden? Hoe lang is de voorbereiding op dit specifieke evenement?
We hebben in een periode van veertien jaar twee keer aan het ONFK meegedaan, twee keer aan het Gouden Spiker Festival en drie keer aan een bondsconcours. Om het jaar ging het orkest naar een wedstrijd.
Hebben jullie gebruik gemaakt van gastdirigenten?
Doordat ik ziek was heeft Anno Appelo in de tweede week van januari de repetitie gedaan. Ook Arie Stolk heb ik geraadpleegd om over de partituur te praten en een beetje te stoeien over alle noten. Deze mannen hebben een ongelofelijke staat van dienst en zijn daarnaast ook nog eens zeer betrokken dus je kunt het slechter treffen.
Zijn er sectie- of extra repetities geweest in voorbereiding naar dit evenement?
Elke sectie heeft twee keer twee uur sectierepetitie. Beide stukken komen in één van de sectierepetities aan de beurt. Dit werpt absoluut zijn vruchten af en de leden vinden het ook erg leuk en leerzaam. Dit laat ook zien hoe graag de muzikanten willen.
Er wordt gewerkt met een verplicht werk. Binnen de brassbandwereld is dit meer gewoonte dan bij de harmonieën en fanfares. Hoe kijkt u aan tegen deze keuze om te werken met een plichtwerk?
Het plichtwerk is wat mij betreft helemaal super. Het mooie hiervan is dat je een werk krijgt wat je vaak niet kent en dus moet je als dirigent origineel zijn om er iets van te maken. Het houdt je dus alert als dirigent en daarnaast kan je mooi je eigen sausje erover heen gooien.
Wat vindt u van het niveau van het verplichte werk?
Het niveau is wat mij betreft perfect. Je merkt het vaak al aan de muzikanten. Ze zijn allemaal bezig om te zorgen dat ze hun partij zo goed mogelijk kunnen spelen, maar dat is niet op voorhand een uitgemaakte zaak. Het is goed te spelen, maar wel met genoeg uitdaging voor iedereen.
Voor welk vrij werk hebben jullie gekozen en waarom?
Als vrij werk hebben wij gekozen voor het werk Camelot van Stijn Aertgeerts. Dat is ingegeven door de titel van het verplichte werk, Ancient Tales. Camelot is natuurlijk ook een ancient tale. Ik wilde een rode draad door het programma. Als inspeelwerk hadden we eerst het werk Leonesse van Bert Appermont. Zo heette het kasteel van Guinevere. Helaas was dit werk te lang en hadden we ook nog eens drie werken van drie Belgische componisten gehad.
Wilt u verder nog wat kwijt betreffende VLOF2024?
Aangezien de voorbereiding zo fijn verloopt is onze missie nu al geslaagd. Nu alleen nog een supermooi concert geven op 9 maart.