BBK 2023; 1e Afdeling, band nummer 4
Afterlife Stijn Aertgeerts
De jonge Vlaamse componist Stijn Aertgeerts (1992) geeft in Afterlife zijn indrukken weer bij de dood en het hiernamaals. Het werk is een compositieopdracht van de Stichting NBK voor de eerste divisie en beleefde op de NBK 2023 zijn wereldpremière.
Het werk is gebaseerd op het Dies Irae-motief dat in de muziekgeschiedenis vaak is gebruikt om de dood weer te geven. Verschillende emoties die bij de dood horen worden verklankt in uiteenlopende vormen en omkeringen van het thema. Afterlife opent met een chaotische en atonale weergave van het Dies Irae waarmee angst, paniek en pijn worden weergegeven; angst voor het onbekende, pijn en paniek voor de nabestaanden die achterblijven. Het eerste deel besluit met een cornet-cadens die het mysterie van de dood weergeeft, waarbij solo’s voor trombone en althoorn herinneren aan het leven.
Hierna gaat de muziek over in een snel deel waarin een verkorte versie van het thema afwisselend te horen is in verschillende instrumentgroepen. De muziek wordt steeds nerveuzer en mondt uit in de volledige versie van het Dies Irae, zoals ook door Hector Berlioz gebruikt in de heksensabbat van zijn Symphonie Fantastique.
Hierna volgt een langzaam middendeel waarin het leven centraal staat met een omkering van het Dies Irae, als eerste gespeeld door de flugelhorn. De hoop op een prachtig hiernamaals en mooie herinneringen aan een leven vol liefde en vriendschap nemen de overhand maar worden abrupt onderbroken door de terugkeer van de chaos uit het begin, waarna de trombones de finale inluiden.
Naar het slot stapelen verschillende vormen van het hoofdthema zich op tot een climax waarbij de thema’s uit de vorige delen worden herhaald op de achtergrond. Een accelerando en crescendo monden uit in een stevig slot waarbij voorafgaand aan de slotnoot het Dies Irae nog een laatste keer klinkt. Tekst: (c) 2023 Stichting NBK
Vanuit het niets start de Brassband Bacchus Afterlife en de juiste toon wordt gelijk geraakt. De solotrombone gromt mooi door de band. De doorzichtige speelstijl valt meteen op, er is veel detail te onderscheiden. Vanaf het begin valt de gehele trombone sectie positief op. Een mooi ensemble om naar te luisteren.
Een prachtige klank vanuit de bastrombone bij de start van H, er wordt vanaf noot 1 met veel vetrouwen en toewijding gespeeld. De cadens in de solocornet wordt met een zeer grote vanzelfsprekendheid gespeeld. Het nadeel van zo'n mooie opening is dat het eerste schoonheidsfoutje gelijk opvalt, in de euphonium partij voor J. De opeenvolging van de ritmiek van trombone naar hoorn, bariton euphonium verloopt zeer natuurlijk.
De articulatie in de partituur wordt hier nauwgezet gevolgd, en dit werkt uitstekend. Het lage koper en trombones zorgen voor een mooie brede klank. De band maakt echt een machtig stukje muziek hier. De flugelsolo is prachtig en heeft een mooie warme klank, in het duet met de euphonium wat daarop volgt komt de stemming iets in het geding. De cadans in de euphonium is helaas niet zonder schoonheidsfoutjes.
De dirigent heeft de band duidelijk onder controle en kan hier met grote regelmaat zeer muzikale momenten creëren met zijn muzikanten. In het langzame gedeelte wordt een hele volle maar zeer beheerste klank geproduceerd. Het is jammer dat de euphonium-sectie net een fractie voor de band lijkt uit te spelen. Wat overeind blijft staan is dat er vol overgave gemusciceerd wordt.
CC is duidelijk de comfortzone van de band, en dit wordt zeer overtuigend gebracht. Ritmische precisie is hier het toverwoord, elke noot is te onderscheiden. De begeleiding vanuit de bassectie vanaf FF mag zeker niet onbenoemd gelaten worden. Een heerlijke sound met heel veel kern, maar in een heerlijke balans.
Deze band verteld een zeer compleet verhaal.
“Het belangrijkste in de muziek staat niet in de noten” – Richard Wagner. Terpstra Muziek Drumland wenst alle deelnemers aan de BBK 2023 een geweldige wedstrijd toe. Even ontspannen? www.terpstra-muziek.nl