DOBC 2023: Kampioensdivisie: La Concordia Vétroz
La Concordia Vétroz (CH) o.l.v. Bertrand Moren
Harlequin - Bruce Broughton
The King’s Gambit - Algirdas Matonis, arr. Anneke Kamerman, Soloist: (euphonium)
Audivi Media Nocte - Oliver Waespi
De laatste deelnemer van deze lange, maar prachtige, brassband dag is de Zwitserse band La Concordia Vétroz. Zij openen met Harlequin. Dit is de meest populaire van de komische bediendenfiguren uit de Italiaanse commedia dell'arte die, hoewel een langzame denker, acrobatisch en behendig was - hij zou nooit een eenvoudige actie uitvoeren wanneer de toevoeging van een karrewiel of backflip de beweging zou opfleuren! Deze kenmerken worden muzikaal treffend in Bruce Broughtons miniconcert-ouverture in beeld gebracht. Een prima verzorgde en vrolijke opening door de Zwitsers.
Een gloednieuwe Euphonium Solo is de brassbandversie van "The King's Gambit", gearrangeerd door Anneke Kamerman. Dit stuk werd gemaakt in opdracht van Fabien Décaillet als een geschenk voor zijn pasgeboren zoon, Alexis. De solist vult de zaal met een prachtige volle sound, waarbij ook de techniek tot in detail is te verstaan. De band, zittend in een klassieke U-vorm en met 3! rijen cornetten, zou de solist nog wat meer ruimte mogen geven door zachter te spelen. Ook het samenspel is niet altijd geheel sluitend. Het virtuoze spel van de solist voert echter de boventoon.
Audivi Media Nocte is gebaseerd op het gelijknamige 16e-eeuwse motet van Thomas Tallis, een werk dat componist Oliver Waespi bijzonder fascineert. Tijdens het componeren ontstonden verschillende akkoordenreeksen en ritmische structuren, waardoor het werk zich gaandeweg ontwikkelde tot een soort muzikaal drama met daarin elementen van een concerto grosso, met virtuoze soli voor verschillende solisten.
Mochten we nog twijfelen over de aanwezigheid van een gong op het podium dan is dat in de eerste maten van het werk meer dan duidelijk geworden. Mede door de vele dubbel bezette posities in deze band is het moeilijk om de techniek in het tutti helder te houden. In het gedragen gedeelte zorgt dit echter weer wel voor een volle sound. De eerste sologroep voert de passage met een eigen opvatting uit, maar ze slaan (en blazen) zich er, op een enkel vlekje, prima doorheen. In de tweede sologroep horen we technische hoogstandjes van zowel de cornet als euphonium. Dit alles in een vlot lopend tempo. Bertrand Moren laat de muzikanten nog eenmaal vrij in de finale, want zorgt voor een krachtig slot van dit optreden en deze dag.