EBK 2023: Testpiece - Whitburn Band
Aurora was de Romeinse godin van de dageraad. Elke dag opende ze de poorten van het oosten met haar roze vingers en reed ze met haar strijdwagen in een gloeiende schoorsteenmantel door de lucht, vergezeld door kinderen, en kondigde ze de komst van haar broer, Sol (de zon) aan. Het natuurlijke fenomeen Aurora Borealis (of "noorderlicht") is wat de Romeinen inspireerde tot deze personificatie van de dageraad en het kan een mysterieus iets zijn om te aanschouwen, van zowel schoonheid als ontzag. De dageraad kan een symbool zijn voor veel dingen, zowel iets dat begint als eindigt. De eeuwenoude boodschap van Aurora kan daarom als tijdloos worden beschouwd. Haar oproep te midden van de vreugdevolle dans van de kinderen van de sterren dat er een nieuwe hoop, een nieuw licht op komst is, kan een geruststellend idee zijn voor iedereen in het licht van ontberingen.
Veel kleuren bij de opening van Whitburn. Schrille contrasten met mooie dynamiek richting B. Wat tuning-problemen vallen op in het in hoogtempo gestartte snelle deel. Er gebeurt veel in korte tijd, Paul Holland drukt duidelijk zijn stempel op deze uitvoering. Hij laat duidelijk zien wat hij wil. I is doorzichtig maar wel enigzins ruw. M wordt met veel flair gebracht en ook deze band heeft goede euphoniumspelers in huis; op N prima spel van deze sectie. Naar R loopt het samenspel wat kleerscheurtjes op; dit heeft wellicht te maken met de snelle uitvoering. Een overtuigende opbouw naar V wordt gevolgd door mooie lijnen in de hoorngroep. Het hoog gekozen tempo gaat wel wat ten koste van het samenspel; hier en daar wordt het ongelijk. De band herpakt zich en richting BB heeft men elkaar weer gevonden.
CC wordt snel opgepakt en mist wat balans. DD is weer afwijkend als we kijken naar de partituur, maar blijkbaar kiest men toch bewust voor deze benadering. En dan is er ineens een intense rust waarbij de band zeer zacht speelt en dan is het genieten van sprekende muziek. Solisten spelen voortreffelijk. Mooie stiltes worden weer opgevolgd door espressief bandspel. II laat een mooie sonore bassectie horen; de muziek blijft mooi in beweging; een prachtige climax voor KK is van ongekende schoonheid. De band bouwt vervolgens door naar de mooi gespeelde trombone-solo; het past precies tussen de verschillende stemmen!
Het slotdeel lijkt wat ruim in dynamische opzet waardoor het de speelsheid wat verliest. Dat neemt niet weg dat er met veel detail wordt gemusiceerd, echter niet zonder kleine oneffenheden.
Whitburn vormt een zeer waardig slot van deze wedstrijddag.