EBK 2023: testpiece - Hauts-de-France Brass Band
De compositie opgedeeld in drie delen, in attacca. Hoewel niet geschreven met een programmatische intentie, heeft het schrijfproces mijn gedachten opgeroepen over de symbolische thema's van de Romeinse mythe; de setting van een onstabiele en onzekere scène – als een eindeloze val – in het eerste deel, gevolgd door een wachten en het "aanmaakhout van licht" in het tweede, eindigend met een feestelijk loflied in het derde. Een van de belangrijkste muzikale thematische kenmerken van dit stuk is een harmonische progressie (voor het eerst te horen in de trombonesectie in maat 16). Het draait en draait om zijn as als de golven van het noorderlicht, of de bochten van Aurora's strijdwagen. Gedurende het hele stuk trekken en vormen de harmonische "magnetische velden" de muziek voortdurend in nieuwe vormen.
Luc Vertommen start met een zeer bijzondere dynamiek waarbij de crescendo's en de-crescendo's zeer nadrukkelijk hoorbaar zijn in de percussie. B start snel en is niet geheel transparant. E en F laat verzorgde techniek horen. Door het relatief hoge tempo komt het wat onrustig over.
De bassen in I kiezen niet het voorgeschreven pp en dat zorgt voor minder transparantie. Het blijft in dit deel vrij fors in de dynamiek; echter horen we een enorme potentie en bij vlagen klinkt het dan ook briljant. Er is ook veel aandacht voor articulatie. Mooie euphonium in aanloop naar X. In Y horen we duidelijke bas- en trombone-sectie.
Het werk komt tot stilstand in CC; donker en breed start het rustige middendeel. Opvallend is de ruime dynamiek in DD; de band neemt de dynamiek enigzins terug in FF; mooie overname in de solistische passages. Het spel blijft wat onrustig en wat kleine foutjes vallen op.
De trombone laat een fraai solodeel horen in MM, overgenomen door de flugel, die wel wat wordt sterke begeleiding moet trotseren. De overgang naar het slotdeel blijft wat onrustig van aard; de kleine oneffenheden in samenspel doen af aan deze uitvoering.