Optreden Brass Band Schoonhoven A op NBK
Brassband Schoonhoven begint met een heel steady tempo en volop transparantie in de snelle notenwaarden. Solo-euphonium Robbert Vos laat horen waarom hij nog steeds op eenzame hoogte staat met zijn instrument. Vooral de noten 'boven de balk' zijn wonderschoon. Nieuwbakken dirigent Janssen (voor de derde keer de chef van BBS-A) vervolgt met een vrij stevige interpretatie van het Tempo primo.
De helderheid in de cornetten in de maten 73 en 74 zijn een feestje. Net voor het Senza misura weet de band transparantie en trefzekerheid te combineren. In het Adagio, de etalage voor de solisten, weet de band een gebalanceerd geheel aan passages tot een heerlijk geheel te smeden. Er is een behoorlijke reserve aan kunde aanwezig bij de solisten, die elkaar mooi aanvullen. Duke of the Franks: een aangename cadans legt de basis voor de trombonesolisten, die allen op prima wijze hun bijdrages leveren. Solo-alt en flugel musiceren in een prima balans, de zuiverheid dik in orde.
De opening van Elegy 1 wordt in een ruime dynamiek gespeeld. De cornetten met dempers mogen relatief veel sound maken. Ad Arma wordt met veel energie afgeleverd, vooral de fortissimo-passages zijn niet mis te verstaan. De spanningsbogen zijn evenwel onverminderd, de band weet ondanks de decibellen in balans te blijven. Subito attacca verloopt met veel contrasten, de Schoonhovenaren houden van snelle schakeringen. De Ebbas-solo is helder en virtuoos gespeeld.
Elegy 2: wat een ontzettend mooie flugel en altpassage; BBS-A heeft een fluwelen midden. De spanningsopbouw vanaf 427 is er eentje van de heerlijkste soort. In dit slotgedeelte laat Schoonhoven horen waarom ze al vele jaren in de top van brassbandland meedraaien. Was de uitvoering vrij van vlekken en plekken? Misschien niet, maar deze uitvoering sprak wel boekdelen.