Optreden Amsterdam Brass op NBK
Amsterdam Brass schiet niet zonder ongelukjes uit de startblokken, maar laat een verder degelijke inleiding horen. De euphoniumsolo wordt met durf, smaak en emotie gespeeld. Het daarop volgende gedetailleerde gedeelte komt in de cornetten niet lekker op gang en het samenspel sluit niet overal helemaal. De flugel- en 3e cornetsolist blijven gewoon op hun plek zitten, en eigenlijk werkt dat ook prima.
Vanaf het tempo primo laat de band een veel mooier sluitend spel horen. Paul van Gils leidt de Amsterdammers met heldere hand. Maar hij laat in het adagio de diverse solisten en de band met veel vrijheid spelen, wat een zeer genietbaar geheel oplevert. De solisten hebben elkaar en het publiek veel te vertellen. De trombonesoli blijken in dit werk een redelijke hobbel te zijn en de sectie van Amsterdam Brass komt er goed doorheen.
Elegy 1 vangt aan met een tamelijk grote basklank en de maten daaropvolgend blijven dynamisch aan de grote kant. Voor Ad Arma zijn er wat problemen met de stemming te bespeuren, met name in de solo-alt en flugel. Ad Arma begint wat zwaar qua interpretatie en de bassdrum is soms op het randje van te dominant.
Het subito attacca wordt gloedvol neergezet. Het harmon-pianissimo gedeelte is super gedurfd qua dynamiek. Zo zacht hoorden we deze maten nog niet eerder. De Eb-bassolo sneeuwt wat onder door de begeleiding. Elegy 2 kent wat meer klankproblemen: bassen/euphonium en ook de alten/flugel nemen net te weinig klank mee, in het nastreven van het pianissiom. Maat 427 en verder kennen daarentegen een prachtige lijn, heel gevoelig gemusiceerd! De opbouw naar Magna Frisia mist net wat kippenvelmomente en klinkt wat veilig. Het slot is iets geforceerd en aan de luide kant, maar, wel vol spanning. Laat dat maar aan Amsterdam Brass over.