2e Willebroek Solo Contest
Een keur van solisten komen deze middag in aktie tijdens de Willebroek Solo Contest; Lode Violet heeft - samen met Brassband Willebroek - de hoop om met dit initiatief de brassband wereld in België uit te breiden en zelfs nieuw leven in te blazen.
In 'de box' opnieuw Robbert Vos en Tom Hutchinson; aan hen de taak de 22 deelnemers te voorzien van een juryrapport en om de rangschikking te bepalen.
Robbert Vos en Tom Hutchinson
Philippe Schiltz, Euphonium:
We luisteren naar Philippe Schlitz; hij vertolkt de Symphonic Rhapsody for Euphonium van Eduard Gregson. De compositie neemt ons terug naar de jinge jaren van de jonge componist toen hij in het Leger des Heils was en op euphonium speelde. In het werk horen we de gospelmelodie ‘So we’ll roll the old chariot along’, deze komt in veel facetten voorbij. Philippe toont zijn vaardigheden op de euphonium; deze typische Gregson compositie is zeer uitdagend; er is veel goeds te beluisteren, mooie voordracht en overtuigende inzetten. Technisch soms wat vlekjes.
Tom De Laet, euphonium:
Georges Bizet componeerde Carmen Fantasy No. 2. Georges Bizets opera Carmen is gebaseerd op het gelijknamige verhaal van Prosper Mérimée en gaat over de vermaarde Carmen, een prachtige zigeuner met een vurig humeur. Verschillende bekende stukken uit de opera hebben een leven gekregen dat losstaat van het werk: de Prelude (ouverture), het Toreador-lied en de Habanera. Een aantal klassieke componisten hebben thema's uit Carmen als basis gebruikt voor eigen werken. Deze Carmen Fantasy is een virtuoos pronkstuk in de traditie van fantasia's over operathema's. Net als in de opera moet de solist niet alleen een groot bereik hebben, maar ook superieure dramatische vaardigheden vertonen om Carmens karakter te portretteren. Bijna elke technische uitdaging voor de Brass solist zit hier in of bovendien moet de solist het mooie songachtige aspect en de stilistische eisen van deze muziek volledig begrijpen.
Tom De Laet laat een warme, ronde klank horen en pakt meteen overtuigend de hoge noten schijnbaar moeiteloos mee! En, wat een dynamiek ook, soms zelfs iets teveel? Maar wat een techniek horen we..., dat is dik in orde! Een solo waarbij we de kwaliteiten van de solist in volle omvang hebben kunnen beluisteren!
Sophie Quinchon, Tenorhorn:
Van de hand van Bertrand Moren luisteren we naar Fiesta. Fiesta bestaat uit drie afzonderlijke delen welke zonder pauze worden gespeeld. Het eerste en derde deel verkennen de technische en ritmische mogelijkheden van de solist, terwijl in het middendeel de solist een prachtige lyrische melodie heeft die volledig gebruik maakt van het volledige bereik van het instrument.
Zoals de beschrijving van het werk aangeeft; een flitsende start van de hoorniste; jammer dat de stemming niet optimaal is. De techniek is in orde, de klank zou wat warmer mogen (vibrato?). Het gedempte laat een goede beheesing horen, echter de stemming blijft een aandachtspunt. De verhouding piano/instrument is soms wat uit balans in het nadeel van de althoorn... Een zeer lastige solo, maar met verve gebracht!
Lieven Dobbelaere, cornet:
'Zelda', geschreven in 1923, werd het pronkstuk van Paul Stender, de vooraanstaande Australische cornetspeler van het tijdperk - en won blijvende populariteit toen hij het uitvoerde tijdens concerten met de Newcastle Steelworks Band tijdens hun beroemde British Open-winnende reis naar Groot-Brittannië in 1924. Een grilligheid van delicatesse en wespachtigheid, het is sindsdien een kern solo standaard van cornetspeler gebleven.
Solist Lieven Dobbelaere heeft de muziek in het hoofd (en in het hart); mooi van klank, zeer muzikaal en technisch verzorgd laat hij ons geniten van deze klassieker. Wat kleine vlekjes wel, maar dat doet niet af aan de muzikale bedoelingen van de solist.
Arno Vermincksel, cornet:
Intrada werd gecomponeerd in 1958 en ontvouwt zich met twee verwante maar doelbewust verschillende atonaalachtige melodieën die beginnen, het middelpunt markeren en het stuk beëindigen. Deze melodieën worden gedeconstrueerd, ontwikkeld en uitgebreid door het hele stuk heen met behulp van uitgebreide en briljante fanfarepassages en ook declamatoire uitspraken met klaagzangachtige breedheid. Het is het beste om je te vergissen aan de kant van minder volume en meer aandacht te besteden aan de markeringen van de componisten. Expressiviteit, vooral het afbakenen van een duidelijk verschil tussen de Cantabile- en Decido-secties, is de sleutel.
Het werk, dus zonder enige begeleiding, blijft voor menig solist een flinke uitdaging. Mooie voordracht van de opening, jammer dat de hoge noten net niet gehaald werden. In dit relatief korte werk krijgt Vermincksel onvoldoende gelegenheid zijn kwalitewiten te laten horen, en dat is jammer!
Xabi Gabiola Leniz, Flugelhorn:
Componist Joseph Turrin over zijn compositie waarvan we het eerste deel zullen beluisteren: ,,De eerste van deze Portretten getiteld PSALM werd oorspronkelijk gepubliceerd in de International Trumpet Guild Journal. Dit deel werd opgevat als een Flugelhorn solo. De solist in dit deel speelt een soort vrij soulvol gezang over een ostinato-figuur in de piano. Er zijn enkele cadenzen voor de solist en het stuk ontwikkelt zich in verschillende secties voordat het terugkeert naar het ostinato figuur."
Wat een mooi solo-instrument is de flugelhorn; heerlijke luistermuziek waarmee de solist wel raad weet. De soul-achtige stijl ligt hem prima, en wordt met veel gevoel gebracht.
Sara Segura Rivera, Flugelhorn:
Vrij uniek; we krijgen op deze solisten wedstrijd nogmaal het prachtige eerste deel te horen van Two Portraits (Mov. 1) van Joseph Turrin. Nu gespeeld door Sara Segura Rivera. We horen een 'andere' sound ten opzichte van haar voorganger. Soliste weet echter ook het soul-feel effect prima te brengen, charmeert het wat minder. Gaandeweg speelt de stemming wat op, en dat is jammer. Pianist speelt uitstekend! Jammer dat soliste de stemming niet corrigeert is de rust-periode. De uitvoering krijgt een enigzons geforceerd klinkend einde.
Het is nu pauze. Om 14.35 gaan we verder.