Terugblik met Kor Niehof op 8 jaar EBBA
De European Brass Band Association bracht eind vorige maand het nieuws naar buiten dat Kor Niehof is gestopt als General Secretary. CU Brass kijkt met hem terug op de periode van 8 jaar dat hij onderdeel uitmaakte van het bestuur van EBBA, een grote rol had bij de organisatie van de Europese kampioenschappen en invloed had op alle andere zaken die spelen binnen de Europese brassbandwereld.
Hoe komt een nuchtere Groninger terecht bij EBBA? Met andere woorden: hoe is de verkiezing destijds gegaan?
Eigenlijk was mijn eerste echte kennismaking met de EBBC in 2003 toen ik met de Provinciale Brassband Groningen deelnam aan het evenement in het Noorse Bergen. Dat is nog steeds onvergetelijk. We werden toen 4e met het verplichte werk Aubade van Torstein Aagard-Nilsen en overall zevende nadat de uitvoering van het keuzewerk Tristan Encounters (Martin Ellerby) niet helemaal vlekkeloos verliep. Daarna duurde het tot 2012 in Rotterdam voordat ik weer kennismaakte met de EBBC. Ditmaal als Assistent Contest Controller. Zeg maar de wedstrijdsecretaris. Een leuke en verantwoordelijke taak. Omdat het zo goed klikte vroeg de toenmalige Contest Controller van EBBA of ik ook meewilde naar Oslo het jaar daarna en zo is het balletje gaan rollen en bleef ik als Assistent Contest Controller actief. In de periode na de EBBC in 2014 werd ik gevraagd of ik General Secretary wilde worden. Dat vond ik een hele eer, maar ik heb er wel echt over na moeten denken omdat het een behoorlijke tijdsinvestering zou vergen. Echter na een periode als interim General Secretary heb ik me uiteindelijk in 2015 toch verkiesbaar gesteld. Iets waar ik overigens nooit spijt van heb gehad.
Wat was jouw doelstelling, wat wilde je bereiken bij EBBA?
Ik heb wel eens gekscherend gezegd dat ik de President wilde worden. Dat is er helaas niet van gekomen. Echter als General Secretary ben je de spin in het web van de organisatie en zodoende werd ik in 2015 gelijk in het diepe gegooid. Zoals bekend vindt de EBBC elk jaar in een ander land plaats. De organisatie van het evenement wordt dan ook gedaan door een lokale organisatie. Vaak is dat de nationale brassband- of muziekfederatie of een culturele instelling met financiële ondersteuning van de stad waar de EBBC georganiseerd wordt. EBBA als organisatie waarborgt de kwaliteit van het evenement en heeft dus meer een controlerende rol. Wel is EBBA verantwoordelijk voor de deelnemende bands in de Championship- en Challenge Section en sinds 2014 ook voor de European Youth Brass Band Contest. Verder wordt de Europese Jeugd Brassband ook door EBBA samengesteld op basis van nominaties door de aangesloten landen bij de European Brass Band Association. Ook vindt er elk jaar een side-event plaats bestaande uit een dirigenten competitie, een solisten- of componistenwedstrijd. Grofweg kun je dus stellen dat alles wat met het kampioenschap en de wedstrijd te maken heeft door EBBA wordt georganiseerd en dat de lokale organisatie dit faciliteert. Nu terug naar mijn doelstelling: mijn primaire taak vond ik dat de deelnemende bands zorgeloos konden deelnemen aan de Europese Kampioenschappen. Deelname aan zo’n groot evenement vraagt veel van de deelnemers qua organisatie en financiën. Door zo goed mogelijk te communiceren probeerde ik ervoor te zorgen dat ze precies wisten waar ze aan toe waren, zodat ze zich optimaal konden voorbereiden op hun optreden tijdens de EBBC. Maar ook de ondersteuning van de lokale organisatie behoorde tot mijn doelstellingen/taken. Kaartverkoop, logistiek, programmaboek, slagwerk, hotelboekingen, wedstrijdschema’s, persberichten, de EBBA-website en social media, alles kwam voorbij. Ik gaf al aan dat ik in 2015 in het diepe werd gegooid. Er was toen door omstandigheden geen lokale organisatie en EBBA heeft toen zelf de organisatie gedaan. Dat vroeg enorm veel tijd en energie, vooral omdat Kurt Bohlhalter, vice-president van EBBA en de drijvende kracht achter de editie van 2015 in Freiburg door ziekte niet meer beschikbaar was. Uiteindelijk wat het wel een zeer geslaagd evenement.
Iets wat ik wel graag wilde maar niet echt goed gelukt is vind ik zelf, is om meer beleidsmatige zaken binnen EBBA te doen.
Hoe heb je de samenwerking met zoveel verschillende nationaliteiten ervaren, ook met zoveel verschillende manieren van werken met mensen met verschillende achtergronden?
Het werken met zo’n 15 tot 20 verschillende nationaliteiten is uitdagend maar ook heel erg leuk. Iedereen reageert anders, wil op een andere manier benaderd worden, maar de grote overeenkomst is de passie voor brassbands. Dus dat maakt het ook wel weer makkelijk. De laatste jaren hebben vooral landen als Litouwen, Italië en in iets mindere mate ook Spanje (tijdens de EBBC 2018 in Utrecht deed er voor het eerst een Spaanse band mee in de Challenge Section) zich enorm ontwikkeld. Ik heb daar altijd diep respect voor gehad. De passie, het enthousiasme en de bereidwilligheid om aan de EBBC mee te doen was echt heel bijzonder om te ervaren. Maar ook het werken met de bands uit de meer gevestigde landen zoals Wales, Engeland, Noorwegen, België was bijzonder. Zakelijker maar zeker niet met minder enthousiasme en passie voor een succesvolle deelname aan de EBBC.
Waar kijk je met plezier op terug en wat waren de mindere momenten, wat verliezen we nu na Jappie Dijkstra en jou er niemand meer uit de lage landen in het bestuur zit?
Er zijn echt te veel dingen om op te noemen waar ik met plezier aan terug aan denk. Maar wat mij betreft waren dat toch wel de EBBC’s in Freiburg 2015, Oostende 2017, Utrecht 2018. Vooral de EBBC in Utrecht zal ik niet gauw weer vergeten. Ik speelde namelijk met brassband De Wâldsang op ‘mijn eigen’ EBBC en dan ook nog in eigen land. Volgens mij een unicum die zich niet zomaar weer voor zal doen omdat ik het enige nog spelende lid was binnen het bestuur. Wellicht weten de statistici onder ons of het eerder voorgekomen is, maar volgens mij niet. Ik kan het overigens ook niemand aanraden, want qua tijd en energie was het geen goede combi. Freiburg zal ik niet zo snel weer vergeten omdat we die toen zelf georganiseerd hebben en Oostende omdat het eigenlijk de meest goed georganiseerde EBBC was die ik meegemaakt heb. Alles klopte daar. Ook heel bijzonder was het hele proces rondom de EBBC in Palanga – Litouwen. Na een jarenlange voorbereiding, de ideeën en gesprekken waren al gaande voordat ik bij EBBA begon, zou het dan eindelijk in 2019 gaan plaatsvinden. Helaas kon dat toen niet doorgaan i.v.m. akoestische issues in de zaal en weken we uit naar Montreux in Zwitersland. De akoestiek in Palanga werd zeer accuraat opgelost en dus zou het kampioenschap in 2020 in Palanga gehouden worden. Toen werden we echter geconfronteerd met de covid pandemie en werd alles gecanceld. Zeer onfortuinlijk gezien de tijd, energie en financiën die de organisatie in Litouwen geïnvesteerd heeft om het evenement, voor de eerste keer in een van de Baltische staten, mogelijk te maken. Hopelijk kan het evenement daar nu alsnog in 2024 plaatsvinden. Een van de dingen die me hiervan ook is bijgebleven is dat we werden uitgenodigd bij de President van Litouwen om het contract te ondertekenen. Dat was een hele bijzondere ervaring. Dit kwam voort uit de trots om de EBBC in Palanga te mogen organiseren. Ik ben de mensen en hun cultuur in Litouwen echt gaan waarderen door de jaren heen. Een brassbandcultuur in ontwikkeling, die door enthousiasme en gedrevenheid enorme sprongen heeft gemaakt in de afgelopen jaren.
Als je het over een minder moment hebt (dat is licht uitgedrukt) dan is dat toch wel de manier waarop mijn rol binnen EBBA recentelijk tot een einde is gekomen. Gebaseerd op een aantal keuzes die ik gemaakt heb in de afgelopen twee jaar heeft Ulf Rosenberg, de president van EBBA min of meer voor mij besloten dat ik mijn rol als General Secretary niet kon blijven vervullen. En met min of meer voor zichzelf bedoel ik dat er nooit een officiële bestuursvergadering is geweest waarin we constructief overleg hebben gehad over de situatie en hoe we dit als team konden oplossen. Vorig jaar november heb ik er uitgebreid met hem over gesproken en aangegeven dat ik me constructief en behulpzaam zou opstellen en dat we als bestuur het zonder problemen zouden kunnen opvangen voor zolang dat nodig zou zijn. Sinds november zijn er vervolgens heel veel telefoongesprekken en meetings via Zoom geweest, maar alleen maar m.b.t. de organisatie van de EBBC in Birmingham. Tot dus dat bewuste telefoontje, half januari, waarin me werd verteld dat Ulf Rosenberg niet bereid was tot concessies waardoor ik dus een enorme druk voelde om mijn taken neer te leggen. Echter toen ook nog bleek dat mijn vervanger al min of meer klaar stond, knapte er iets waardoor ik eigenlijk ook niet verder wilde. Tot eind januari heb ik dus aan al mijn verplichtingen voldaan terwijl de president van EBBA achter mijn rug om bezig was om een vervanger te regelen. Ik durf oprecht te zeggen dat dat een dieptepunt was. Alles bij elkaar dus een verre van normaal afscheid van de organisatie waar ik in de afgelopen 8 jaar ziel en zaligheid voor gegeven heb.
Wat moet er in de brassband scene veranderen om weer helemaal gezond te worden?
Deze vraag doet me denken aan een reactie die ik kreeg n.a.v. het feit dat ik gestopt ben met EBBA en vooral de manier waarop: I believe in the brass movement but I do not believe always in the ways. (ik geloof in het brassband wereldje maar niet altijd in de manier waarop men met elkaar omgaat) En dat kan ik wel beamen. De brassband scene is een relatief kleine wereld waarin iedereen elkaar kent. Respect en waardering voor elkaar is daarom belangrijk. Vooral in tijden van een pandemie, zoals we die in afgelopen twee jaar hebben meegemaakt, is dat extra belangrijk. Maar wellicht is dit een utopie. En ook al zou je het misschien niet verwachten, maar ook in de brassbandwereld is geld een steeds grotere rol gaan spelen. Het is mijns inziens zaak om daar een juiste balans in te vinden. Kwalitatief goede evenementen organiseren waarin de brassband centraal staat en niet allerlei commerciële belangen de overhand nemen. Het geld wat er is moet geïnvesteerd worden in de brassbandscene en niet in allerlei randzaken. Uiteindelijk zijn de brassbands je belangrijkste stakeholders tijdens een evenement of kampioenschap. Zonder de inzet, investeringen en bereidwilligheid van de deelnemende brassband heb je geen kampioenschap of concours.
Wat zou er in de regelgeving van EBBA moeten veranderen om een betere afspiegeling te zijn van de brassbandwereld?
Op zich denk ik dat de Europese Brassband Kampioenschappen als evenement staan als een huis. Er is geen enkel ander brassband kampioenschap waar de crème de la crème van Europa op brassbandgebied elk jaar acte de présence geeft. Kortom daar valt weinig van te zeggen. Maar zoals eerder aangegeven de Europese Kampioenschappen zijn een begrip in brassband minnend Europa en worden al jaren op dezelfde manier georganiseerd. Ik weet niet of dit door stijgende kosten en een veranderende maatschappij voor de langere termijn houdbaar is. Wellicht is het verstandig om de formule eens te herzien. In Birmingham zal voor het eerst het kampioenschap op zaterdag en zondag gehouden worden ipv op vrijdag en zaterdag. Ook zal het European Youth Brass Band Contest meer geïntegreerd zijn in het evenement. En in plaats van op zaterdagavond zal het Gala Concert met de prijsuitreiking nu plaatsvinden op zondagavond. Een nieuwe benadering, mede noodzakelijk geworden i.v.m. de beschikbaarheid van de Symphony Hall. Echter zou ik nog wel een stap verder durven gaan door de vraag te stellen of je de Europese Kampioenschappen elk jaar in een ander land moet organiseren met elk jaar min of meer een volledig andere organisatie. Door de huidige constructie begin je eigenlijk elk jaar weer opnieuw. De basis is er wel maar je bent heel erg afhankelijk van de lokale organisatie. Ook blijkt het toch steeds moeilijker om het evenement te financieren en moet men hun uiterste best doen om het kostendekkend te krijgen. Misschien is het wel een betere optie om het evenement op een centrale, makkelijk bereikbare plaats in Europa te houden. In een stad en concertzaal waar je een langdurige verbintenis mee aan kunt gaan, waardoor er ook op dat gebied misschien meer financiële mogelijkheden komen en je het evenement kunt verbeteren omdat je elk jaar met een vast team het kampioenschap organiseert. Je kunt veel kosten besparen omdat je als bestuur niet meer door heel Europa hoeft te reizen om geschikte locaties voor de kampioenschappen te zoeken. Er gaat toch zo’n drie jaar aan actieve voorbereiding vooraf voordat het contract is ondertekend en de locatie definitief is. Aan de verdere opzet hoeft wat mij betreft niet zoveel te veranderen.
Zomaar wat gedachten die op de korte termijn zeker niet haalbaar zullen zijn i.v.m. afspraken die al gemaakt zijn voor de komende jaren. In 2023, 2024 en 2025 zal de Europese respectievelijk in Malmö, Palanga en Stavanger georganiseerd worden. Ook besef ik me terdege dat het evenement dan wel een beetje van zijn charme verliest, wat natuurlijk ook erg jammer is. En niet onbelangrijk ik ben er niet meer bij betrokken dus mijn gedachten zullen waarschijnlijk nooit werkelijkheid worden.
Nu je midden in de voorbereiding voor de Europese in Birmingham bent gestopt: hoe ziet je agenda er nu uit?
Naast mijn drukke baan is m’n agenda nu vooral erg leeg als het gaat om dingen die ik moet. Echter ik verveel me eigenlijk nooit. Wel is het enorm wennen dat ik nu ’s avonds gewoon vrij ben. Ik woon op een fijne plek met een grote tuin en ben afgelopen zomer begonnen met het bouwen van een schuur. Die hoop ik komend voorjaar af te hebben. Wellicht dat een studie nu qua tijd ook weer tot de mogelijkheden behoort. Het werk voor EBBA kostte me toch zo’n 20 tot 25 uur per week in de maanden voorafgaande aan de EBK en verder was ik voor de coronapandemie best vaak op reis. Ik zie dus wel wat er weer op mijn pad komt, maar even niets hoeven en alles mogen is ook wel fijn.
Heb je al enig idee of je op enigerlei wijze binnen de (nationale/internationale) brassband-organisatie(s) weer gaan tegenkomen?
Dat is een hele goede vraag. Men zegt dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dat is in mijn geval ook wel zo, denk ik. Ik vind dingen regelen en organiseren leuk en mijn passie is nog steeds muziek. Dus als die combinatie van dingen weer op mijn pad komt, hetzij nationaal of internationaal dan behoort dat zeker tot de mogelijkheden. We zullen zien wat de toekomst brengt.