Interview Anne van den Berg
Bijna twee weken na dato van het grootste brassfeestje van Nederland. Het stof is neergedaald en de gemoederen, van welke aard dan ook, lijken wat tot rust te zijn gekomen. Maar is dat ook zo? Kun je zo’n periode van voorbereiding, met een apotheose op het grote podium in Utrecht écht in zo’n korte tijd tot bedaren laten komen in je hoofd? We vragen het aan de winnende dirigent van de Kampioensdivisie, Anne van den Berg.
We spreken Anne na de repetitie van Fanfareorkest De Hoop Stellendam, waar hij sinds eind 2019 als opvolger van Arie Stolk de muzikale scepter zwaait.
“Anne, we zijn bijna twee weken verder. Hoe kijk je terug op je overwinning met Soli?”
Het neutrale gezicht verandert op slag van uitdrukking. Ogen gaan glimmen en de robuuste baard die breder wordt, verraden dat de mondhoeken zich in een royale glimlach strekken.
“O, man, wat een gave tijd hebben we met Soli achter de rug. We hebben zo’n fantastische voorbereiding gehad. In die jonge band, waar wat verschuivingen hadden plaatsgevonden, ontstond een soort nieuwe energie. Je gaat repeteren aan een fantastisch stuk muziek en al snel merkte iedereen dat er een samenhang kwam. Niet alleen in de muziek, maar ook – of misschien wel vooral – onderling. De mooie dingen werden van elkaar openlijk gewaardeerd. Op een waarachtige manier. De samenhang vertaalde zich in een hechte teamspirit, waar mensen elkaar steunden en iets voor elkaar over hadden. Zó gaaf, ik heb daarvan genoten. En ik niet alleen!”
“Eh Anne, ik vroeg hoe je terugkeek op de overwinning, maar je gaat helemaal los over hoe gaaf de voorbereiding was?”
“Nou ja, dat samen ergens naartoe werken en door dik en dun elkaar vasthouden en steunen, daar zit voor mij de grootste beleving van ons kampioenschap. Dat gaf uiteindelijk op het podium zoveel vertrouwen, dat we vrijuit muziek hebben kunnen maken op de manier die ons voor ogen stond. Ja, dan vallen alle puzzelstukjes op z’n plaats en til je elkaar op. Heel bijzonder om dat vertrouwen en de daaruit ontstane rust zo te mogen ervaren. Zeker na een periode, waarin concerten geven anderhalf jaar lang onmogelijk was.”
“En dan word je kampioen. Was je daardoor verrast?”
“Kijk, ik vertelde net over onze voorbereiding en hoe we ons optreden hebben beleefd. Dat zijn de zaken waar elke individuele muzikant en ik als dirigent invloed op kunnen uitoefenen. Als het resultaat van onze eigen inspanningen dan leidt tot het moment op het podium, zoals ik net beschreven heb, dan is onze missie geslaagd. Of de uitslag verrassend genoemd moet worden, daar kan ik in alle eerlijkheid niets over zeggen. Ik luister namelijk bij een wedstrijd nooit naar andere bands. Niet uit desinteresse, maar ik wil niet het risico lopen dat die luisterervaringen mijn eigen interpretatie in de weg gaan zitten. Iedereen heeft hopelijk zijn beste uitvoering kunnen neerzetten. Dat gun ik iedere muzikant en iedere dirigent. De jury heeft vervolgens het laatste woord. Soms komt dat overeen met wat je hoopt, soms ook niet. Daar conformeer je je aan als je inschrijft.
“Normaal gesproken zou ik nu vragen naar de plannen voor jullie voorbereiding op de EBK in Birmingham. Maar dat is nu even anders, nietwaar?”
Het gezicht veranderde op dit punt in het gesprek weer. De glimmende ogen verdwenen. En leek het maar zo, of werd die baard opeens echt een stuk donkerder?
“Ja, dat is nu anders. Laat ik het maar ronduit zeggen: dat Soli Brass, als Nederlands kampioen 2021 niet als afgevaardigde naar de EBK mag, is een bittere pil. Een zure pil. Een pil, die maar moeilijk weg te slikken is. De band en al die jongelui wordt nu deze unieke ervaring ontnomen. Denk er eens aan wat dit voor de ontwikkeling van de band had kunnen doen. Een boost van jewelste, die je niet in het repetitielokaal of welk ander podium dan ook kunt nabootsen. En ook mij als dirigent wordt iets onthouden, namelijk de exposure die je op het EBK krijgt als muzikaal leider. Je staat daar wel in the picture van alles en iedereen in Europa. Dat kan iets betekenen voor je professionele carrière.
Ik weet dat er afspraken over zijn gemaakt en hier geldt misschien ook wel mijn eerdere credo ‘je conformeert je eraan als je inschrijft’, maar ik denk dat er andere mogelijkheden aangeboord hadden kunnen worden. Soli had bijvoorbeeld aanbevolen kunnen worden voor deelname aan Brass in Concert. Een aanbeveling, een goed woordje, wat had kunnen resulteren in een uitnodiging. Het had voor de beleving van ons kampioenschap een wereld van verschil gemaakt. Een jaartje goed sparen, goed blijven repeteren, volgend jaar weer kampioen worden en dan mag je alsnog. Het is ons - werkelijk waar – in alle ernst aangeraden.”
“Je hebt ook deelgenomen met Pro Rege in de eerste divisie. Hoe kijk je daarop terug?”
Met glimoogjes en een lichtere baard: “Ook Pro Rege heeft keihard gewerkt in de voorbereiding. Misschien is dat in de uitvoering iets minder goed gelukt. Het werk voor de eerste divisie lag de band niet zo goed. Dat was een groot verschil met het werk van de kampioensdivisie. Er zijn van die stukken, die je optillen en meedragen. Er zijn ook stukken, die veroverd moeten worden en waar het zwoegen is om het in de harten van de muzikanten én in je dirigentenhart te krijgen. Ook dat is conformeren aan meedoen aan een wedstrijd. Maar ik ben apetrots op wat we op het podium neergezet hebben met Pro Rege. Ik ben ook supertrots op de prijs voor de slagwerksectie. We gaan in Heerenveen gestaag voort. Volgend jaar nieuwe ronde, nieuwe mogelijkheden!”
We danken Anne voor dit gesprek op de late avond, na een stevige repetitie in het Zuid-Hollandse Stellendam en met nog een kleine twee uur reistijd naar huis voor de boeg.
“Joh, geen probleem. Graag gedaan. Blijf je nog even? Ze serveren hier ter ere van Soli vanavond precies 97 bitterballen…”