De Wâldsang brengt krachtige uitvoering
De Wâldsang uit Buitenpost met dirigent Rieks van der Velde is de vierde band die Gregson's werk ten gehore brengt. Een steady opening brengt de band bij het deel waar de technische opgaven liggen. In de Capriccio is volop gebruik gemaakt van de dalende lijn uit maat 3 en 4 van het koraal. In razende tertsen komt de lijn diverse malen voorbij. Bij de Wâldsang zijn de reeksen niet geheel te volgen. Daarnaast maakt Gregson gebruik van een motief van twee zestienden noten gevolgd door een langere waarde. De intervallen zijn springerig en het moment waarop dit figuur van hoog tot laag door het orkest wandelt doet erg denken aan de opening van Connotations. Enkele onzekere momenten qua stemming ontsieren het einde van de Capriccio.
La Danza 1 krijgt een krachtige uitvoering, maar ook hier ontsieren onzuiverheden. Processional krijgt een net iets te hoog tempo mee en dat gaat ten koste van de zeggingskracht van de muziek. La Danza 2 brengt de band terug bij sterke dynamieken. De landing in Arias and Duets is mooi vormgegeven, maar in dit deel loopt het af en toe uit elkaar. Het tempo van het duet is aanmerkelijk hoger genomen. Ook het appassionato krijgt een tempo van 76.
Fuga Burlesca stelt de band voor de nodige uitdagingen in het samenspel en die worden niet allemaal ingelost. In de Chorale en Postlude pakt de band nogmaals uit. Een krachtige uitvoering die toch te veel ontsierd werd door slordigheden.