Brassband Breukelen op de grens van eigen kunnen
Erik van de Kolk heeft voor deze gelegenheid Brassband Breukelen onder zijn leiding. De opening is gecontroleerd en rond van klank, de korte motieven zijn niet allemaal samen en verschillen van articulatie. De Bourrée is van een andere orde. In een hoog tempo wordt deze afgewerkt, met onmiskenbare missertjes her en der. Het Lamento heeft karakter en de contrasten in de Antifonale worden nog vergroot door de zachte kant af te dekken met doeken over de bekers. De transparantie komt het niet ten goede. In de Saltorello zit drive en bij de Tarantella gaat er nog een schepje boven op.
In de Cori en Recitativi lijkt het vandaag te verdienen. Zuiverheid en samenspel gemengd met de opvatting van de dirigent. Voor Breukelen is dit ook een deel van het werk dat de nodige ongelukjes brengt. In het Scherzo vloeit alles een beetje in een waardoor details niet goed te horen zijn en de grap niet echt tot zijn recht komt. In de Fuga wordt het in de tutti's ook wat pompeus, waarna het werk gecontroleerd wordt uitgespeeld, maar de climax ontbreekt.