En toen werd het stil...blaasmuziek tijdens de coronacrisis
Toen werd het stil in de theaters, concertzalen en repetitieruimtes en moesten we gaan nadenken over zaken waar we ons nooit druk over hadden gemaakt. Had u zich voor corona wel eens afgevraagd wat aerosolen zijn en hoe ze zich bewegen door de ruimte? Hoeveel lucht er met een trombone, klarinet of tuba wordt verplaatst? Begin dit jaar lijkt het coronavirus nog iets uit het verre Oosten. Daar gebeurt dat vaker, maar niet in Europa, toch? De schok is dan ook groot als per 12 maart met onmiddellijke ingang concerten, repetities, festivals en concoursen worden afgelast.
Wat nu?
Op dat moment is er bij velen nog de hoop dat deze situatie slechts een paar weken duurt. Helaas komt er op 6 april nog geen versoepeling, maar juist een verlenging van de maatregelen tot 28 april. Op dat moment wordt de schade voor de amateurkunst sector geraamd op 12 miljoen. Het water staat de verenigingen, dirigenten, docenten dan al aan de lippen. Zeker als blijkt dat een aantal van deze professionals niet in aanmerking komt voor de regelingen als TOZO en NOW. Simpelweg omdat dit beroep niet is voorzien van de ‘juiste code’. Vanaf dat moment is het afwachten tot de volgende corona-persconferentie.
Op 21 april brandt er een ‘zwak lichtje’ in de tunnel voor een aantal sectoren. Voor basisscholen, sportverenigingen en jongeren komt er wat ruimte. Groot is de frustratie dat de amateurkunst op dat moment niet in de tekst van de persconferenties voorkomt. Geen aandacht voor een sector die qua omvang en betekenis voor de samenleving blijkbaar wordt onderschat.
Wetenschappelijk onderzoek
Ondertussen krijgen diverse onderzoeken die de effecten van het bespelen van blaasinstrumenten de nodige aandacht. Met name een aantal buitenlandse onderzoekers gaat voortvarend te werk. In Nederland wordt met het project Virmus wetenschappelijk onderzoek gecoördineerd. Waardevol, maar pasklare antwoorden zijn op korte termijn nog niet te verwachten.
Dodenherdenking
Rond 4 mei is er ineens wel aandacht voor ‘de blaasmuziek’. De orkesten uit de HaFaBra-sector hebben van oudsher een belangrijke rol bij de plechtigheden bij de dodenherdenking. Door alle strenge maatregelen is dat dit jaar niet mogelijk. De impact van de maatregelen blijkt wel uit de surrealistische beelden van een lege Dam in Amsterdam. Vanuit de sector ontstaat op dat moment een breed gedragen initiatief om het taptoesignaal en het Wilhelmus in de eigen omgeving, de tuin, het balkon, een open raam, uit te voeren. Een uitvoering die enorme indruk maakt in een tijd dat vrijheid ineens minder vanzelfsprekend is.
Ongeduld en onbegrip
Het ongeduld voor de blazers wordt op 13 mei nog verder op de proef gesteld. De KNMO en Koornetwerk adviseren blazers en zangers voorlopig nog niet samen te musiceren. In deze verwarrende tijden waarbij er heel veel informatie afkomt op alle sectoren van de samenleving is het prettig om te constateren dat een aantal branche organisaties zoals de KNMO, Koornetwerk Nederland maar ook het LKCA probeert de veelheid aan informatie te vertalen naar de praktijk van orkesten en koren.
We mogen weer
Vanaf 8 juni mogen we weer, maar onder strikte voorwaarden. Met maximaal 30 personen mag er weer worden gemusiceerd. Wel met inachtneming van een onderlinge afstand van 2 meter en volgens een gedetailleerd protocol. Er ontstaan ook merkwaardige verschillen tussen gemeenten. Een aantal gemeenten eist inzage en beoordeling van dit protocol, voordat men toestemming geeft om de activiteiten weer te hervatten. Een aantal gemeenten geeft aan te vertrouwen op het ‘gezonde verstand’ van de betrokkenen. De praktijk leert dat veel repetitielocaties (voorlopig) niet geschikt zijn om de activeiten weer te hervatten. Ook komt het voor dat locaties als sporthallen en dorpshuizen de deuren nog niet mogen openen, zodat orkesten niet eens terecht kunnen in hun ‘eigen repetitielokaal’. Op sociale media verschijnen veel foto’s van orkestrepetities in ‘kleine bezetting’. Een echt artistieke volwaardige start is dit nog niet te noemen.
Om premier Rutte te citeren: ‘We zijn voorbij de start, maar nog niet aan het einde van het begin’. Een treffende manier om de situatie waarin de sector zich bevindt te omschrijven. Er wachten nog veel onzekerheden. Wanneer kan er weer worden gemusiceerd zoals we dat gewend waren? Kan dat überhaupt nog in de (nabije) toekomst? Kunnen we weer voldoende publiek ontvangen bij onze concerten? Kunnen we daarmee onze begrotingen weer op orde krijgen? Kunnen onze professionals, dirigenten, docenten, componisten, arrangeurs nog wel een redelijk inkomen verdienen en daarmee behouden blijven voor de sector?
En nu?
De pasklare antwoorden moeten we elkaar nog even schuldig blijven. Wel is het zo dat creatieve en bevlogen mensen hun hobby en hun passie weer kunnen uitoefenen. We kunnen dus weer mooie en creatieve initiatieven verwachten in de toekomst. Dat is iets om naar uit te zien. Voorlopig is de stilte verbroken.