Nieuwe Black Dyke CD met het werk van Derek Scott
De verbintenis van de Black Dyke Band met Leeds University bestaat al vele jaren en jaarlijks geeft de band er een groot concert. Dit jaar wist Professor of Music aan Leeds University, Derek Scott, zich in de spotlights tijdens het concert, waarin een aantal van zijn werken werden uitgevoerd naast werken van Philip Wilby. Ook nam Black Dyke al zijn brassband composities op en liet daarvan begin dit jaar een CD verschijnen met de titel Symphonies for Brass - featuring the brass music of Derek B Scott.
Volgens de regels
Derek B Scott (geb. 1950) schreef muziek voor vele uiteenlopende bezettingen, voor concertzaal en theater en won in de jaren zeventig enkele prijzen met zijn composities. In de jaren '90 werd hij Professor of Music aan de Salford University en schreef hij gedurende enkele jaren meerdere werken voor brassband, waaronder twee symfonieën. De symfonieën vormen de hoofdmoot van deze schijf. Met name in de eerste delen van de tweede symfonie laat de academicus zijn creativiteit de vrije loop en dat levert onderhoudende muziek op met een eigen stijl en geluid.
De eerste symfonie daarentegen is duidelijk een vingeroefening. Het mist nog veel van de muzikale ontwikkeling en technische complexiteit van zijn opvolger. Ook is dit werk arm aan contrast en spanning, waarna een oefening in instrumentatie en schoolse opvolging van regels over blijft. Beide symfonieën hebben de lengte van hun 18e eeuwse voorgangers en zijn ook in de streng voorgeschreven muzikale vorm gegoten.
Lichtvoetig en duister
De Wilberforce March zag al in de jaren '70 het licht. In deze periode werkte Scott aan een operette over William Wilberforce, een sleutelfiguur bij de afschaffing van de Britse slavenhandel. De mars is min of meer een brassband bewerking van de ouverture van de operette. Een contrast met de lichtvoetige mars vormt de fantasia over de bekende Welshe melodie David of the White Rock. Scott plaatst de muziek in het moment waarop de 29e jarige David op zijn sterfbed het lied laat ontstaan. De fantasia is duister van toon en verandert slechts aan het eind van het werk wanneer in de grandeur die de muziek vindt een verwijzing naar het hiernamaals gezien kan worden.
Uit 1999 stamt Perpetuum mobile, geschreven ter gelegenheid van het afscheid van Keith Wilson, de decaan die, samen met Roy Newsome en Goff Richards, een belangrijke rol had bij de introductie van brassbands in het Britse hoger onderwijs. Het melodisch materiaal haalde Scott uit Haydn's Farewell Symphony en uit Paolo Tosti's lied Good-bye!
Black Dyke Band en dirigent Nicholas Childs hebben met deze CD eens een andere componist aan het woord gelaten. De brassbandwereld is altijd op zoek naar mensen die muziek voor deze orkestvorm willen creëren. Daarmee is dit project op voorhand geslaagd. De band speelt verzorgt, maar de muziek blijft wisselend van kwaliteit. Het boekje geeft de nodige informatie, al was iets meer informatie over de productie welkom geweest. Een cd waar vooral de componist erg mee ingenomen zal zijn.
Tracklist:
1. Wilberforce March, Op. 10a (1978), for brass and percussion 5:41
Symphony No. 1, Op. 23 (1995), for brass and percussion
2. Allegro moderato 6:37
3. Adagio 6:41
4. Scherzo – Allegro vivace 3.08
5. Finale – Allegro 6:34
6. Dafydd y Garreg Wen, Op. 25 (1996), fantasia for brass and percussion 7.03
7. Perpetuum mobile, Op. 29 (1999), for brass and percussion 2:08
Symphony No. 2, Op. 26 (1997), for brass and percussion
8. Allegro 5:59
9. Adagio 5:58
10. Scherzo 3:45
11. Finale – Andante con moto – Allegro 6:20
Alexander Zwaan voor CU Brass