Vienna Nights: een Fantasy gebouwd om Mozart's Sonata in A

Laatste update om 09:32 op Saturday, 19 October

Philip Wilby kreeg de opdracht om het verplichte werk te schrijven voor de British Open van 2006 en ging verder waar zijn Masquerade (gebaseerd op muziek van Verdi) eindigde. Hij schreef een Fantasy over Mozart’s beroemde Piano Sonate in A (K.331). Die vorm gaf hem de kans om zijn eigen gedachten en thema's, structuren en ideeën te ontwikkelen zonder de zuiverheid van het originele thematische materiaal te verliezen. Het is dan ook geen bewerking van het origineel, eerder heeft Wilby zijn muziek om het origineel heen gebouwd.

Onaangeroerd 
De muziek van Mozart blijft onaangeroerd en vormt de basis van het werk, terwijl Wilby daar zijn eigen ideeën als het ware tegenaan zet. Complexe muziek waarin Wilby een eerbetoon brengt aan de 2e Weense school, die van Arnold Schönberg, Alban Berg en Anton Webern.

Karakteristiek voor Wilby is de beschrijving van de opstelling van de band, met de tien cornetten in twee groepen tegenover elkaar, euphoniums en baritons aan de linkerzijde achter de cornetten en de trombones aan de rechterzijde. Ook de opstelling van het slagwerk en de plekken waar solisten hun bijdrage leveren is uitgetekend. De dirigenten zullen zich er zoals altijd weer over buigen of dit voor hun band de meest effectieve opstelling is in Tivoli/Vredenburg?  

Freud's Dreams
Vienna Nights is ook in de Sonate-vorm geschreven, maar de vier delen kennen geen onderbreking. Het eerste korte deel is getiteld 'Freud's Dreams' en een eerbetoon aan de vader van de psycho-analyse. Getypeerd als een Quasi Presto horen we twee lagen muziek, dodecafonisch van aard. Snelle toonreeksen in de linker helft van de band en een breed gegeven aan de rechterkant in trombones en bassen. Die gelaagdheid is door het hele werk aanwezig en de mate waarin deze complexe structuren in balans en afgemeten zijn, maken het verschil tussen een meer of minder succesvolle uitvoering.

Deel twee is ‘Variations’ en herbergt het thema uit het eerste deel van Mozart’s sonate en een reeks van 9 korte variaties op dat thema. Het thema wordt gepresenteerd door de gedempte solo-cornet en de gedempte 2e bariton. De melodie wordt begeleid met korte staccato motieven in diverse partijen. Ten opzichte van de opening is het delicaat wat hier gebeurt. De juiste klassieke stijl hanteren geldt ook voor variatie 1, die door Wilby Mozart’s Variation 1 wordt genoemd. De overige variaties hebben de toevoeging Mozart niet meer.  

Mozart, Mahler en Freund aan de cafétafel
In de tweede variatie (Quasi Presto) breekt Wilby door de Mozartmuziek met razende techniek, dynamisch zeer gevarieerd. In het poco ritardando komt het enigszins tot rust voor de overgang naar de 3e variatie, getiteld Café Life. Door de laid-back jazzy stijl waan je je plots in de jaren ‘30. Ook doet dit deel wel wat denken aan Preciso, de ballad uit Wilby’s eigen Jazz. De melodie in de sopraan cornet is een hoogtepuntje. In de dialoog in variatie 4 “Duettino” vinden we de weg terug naar Mozart, flugel en 2e alt voeren het gesprek, maar de goede observant zal opmerken dat de flugel soms een andere gesprekspartner zal krijgen. Wilby beschrijft de cafétafel waaraan Mozart, Gustav Mahler en Sigmund Freud als oude vrienden samenkomen en heeft zijn korte 5e variatie opgedragen aan de nieuwsgierige voorbijgangers (“Onlookers”).

Op het moment dat de muziek helemaal tot rust lijkt te komen, verbreekt Variatie 6 (Quasi Presto) de harmonie. Met nieuwe elementen, zoals dalende en stijgende runs toegevoegd aan hetgeen we in variatie 2 al gepresenteerd kregen, lijkt de sfeer tussen de drie oude vrienden flink om te slaan. De rede overwint in een variatie waarin de muzikale lijn begeleid wordt door accenten, nu in het slagwerk (7 “Crosstalk”), gevolgd door het prachtige “Soliloquy” (var.8). De Eb tuba staat volop in de schijnwerpers met verwijzing naar de opera “Don Giovanni” en de mooie lyrische aria van Octavio. De “Gallop” is de laatste variatie, ook in Mozart’s sonate. In vliegende vaart maar oh zo breekbaar en met de aanduiding Presto. Hier zullen risico’s genomen moeten worden door de kampioenskandidaten en dat kan slecht aflopen.

Overtrokken theatraal
Het Menuet heeft bij Wilby de titel Scena and Notturno gekregen. De muziek maakt een entree vol dramatiek en vertelt op een overtrokken theatrale manier het verhaal van de rokkenjager Don Giovanni. Wanneer hij, na teveel gedronken te hebben, een nachtmerrie beleeft, verklankt Wilby dat o.a. met een twaalftoonreeks in de trombones. Opera-achtige solo’s van bariton, cornet en euphonium en diverse heerlijke duetten vertellen over de strapatzen, door Wilby uitgenodigd om uit de band te treden en op de voorgrond het publiek te informeren. Een schertsende terugblik op de galop en een onverbiddelijke versnelling in de muziek vormt de inleiding voor een finale waarin alle registers opengetrokken worden.                    

Barbaro!
Finale Alla Turca is een tour de force. Het oorspronkelijke speelse Allegretto in de sonate van Mozart is vervangen door een fuga in een tempo dat rond de “kwart = 200” ligt, gemarkeerd Barbaro!, barbaars of wild. Ook de keuze om de fuga bij de es-bassen te laten beginnen, heeft een licht komische inslag op het geheel. Langzamerhand wordt het thema steeds meer in de 3/2 structuur geperst. De 3e strofe van Mozart’s Rondo wordt door Wilby ingezet om een versnellend slot aan het werk te maken waarna nog een reeks van fortississimo akkoorden overblijft. Hier zal blijken wie zijn kruid al verschoten heeft en wie goed gedoseerd heeft.    

Philip Wilby heeft met name in de jaren negentig en het eerste decennium van deze eeuw een cruciale vernieuwende rol gespeeld in de wereld van de brassband testpieces. Met werken als The New Jerusalem en Revelation maakte hij naam, Masquerade werd als onspeelbaar gebrandmerkt en er kwam daarna nog een geweldige productie op gang van zeer succesvolle, maar ook minder gespeelde werken. Ook al was het gebruik van thematiek uit de klassieke muziek niet meer nieuw, Vienna Nights verdient zeker een plaatsje tussen zijn topwerken.