De zin of onzin van jureren.

Laatste update om 08:29 op Thursday, 23 November

De rook van de spanning en de kruitdampen van de schermutselingen van het NBK zijn weer opgetrokken en de punten zijn gegeven. Jarenlang bestaat er een haat-liefdeverhouding tussen de uitvoerende artiesten en de jury. Kijk naar Idols en meer van dit soort programma’s waar mensen zich soms al een status aannemen alsof zij Bruce Springsteen, Paul McCartney of ieder andere ster zijn. In de waan van het programma rekenen zij zich al rijk. “Als ik win ben ik een bekende Nederlander en verdien ik zoveel geld dat ik voor de rest stil kan gaan leven”. U en ik weten dat de praktijk anders is. Velen wagen de sprong, slechts zeer weinig komen droog aan de overkant. Dit niet in de laatste plaats door de jury die, soms op ondubbelzinnige wijze, zich uitspreekt over de opvoering van de kandidaat. Deze denkt goed te hebben gepresteerd maar wordt af geserveerd als een kleuter die tegenover Roger Federer staat en alle hoeken van de baan ziet. Nu is het soms terecht, soms onterecht, en daar zit nu het probleem. Wie bepaalt nu wat goed en-of slecht of nog erger, matig is. Bij een goede uitvoering kun je nog roepen dat het hier en daar nog iets beter kan. Bij een slechte uitvoering ook nog wel. Bij een matige uitvoering zijn er blijkbaar volgens het geoefende oor van het jurylid te veel dingen die slecht zijn maar ook weer een aantal dingen die juist wel weer goed zijn. Het blijft mensenwerk en dat is ook weer een probleem. Wat volgens het éne jurylid de standaard is kan volgens zijn collega, die ook in de ‘box’ zijn aantekeningen maakt, een verkeerde interpretatie zijn van het muziekstuk wat wordt vertolkt. Hoe vaak zijn er discussies ontstaan in de donkere rechthoekige met een zwart kleed omgeven ruimte waar roem, glorie, verdriet, onbegrip, euforie heel dicht bij elkaar liggen.

Ik ben niet van plan om nu alle juryleden die ik in het afgelopen decennia ben tegengekomen te fileren. Sterker nog, geen van de heren en dames die deze ondankbare taak op zich namen, verdienen het om deze pijnlijke exercitie te ondergaan. Wat ik wel ter discussie wil stellen is de reactie van sommige mensen, die net als bij het Nederlands elftal, zich ongevraagd bemoeien met de opstelling, de selectie, het speltype, de taktiek.

Als wij de 17 miljoen bondcoaches die ons land heeft en ik ben er één van, moeten geloven, moeten alle volgevreten profs met een salaris waar u en ik alleen maar over kunnen dromen weg en moet er jongens met passie en vechten voor de eer er voor in de plaats komen, zoals de dames, die wel met weinig middelen Europees kampioen zijn geworden. Daar valt wat voor te zeggen. Wanneer je het bekijkt vanuit een muzikale bril zou het zo moeten zijn dat de gearriveerde solist die op zijn sloffen zijn partij speelt, plaats moeten maken voor een jonge, veelbelovende, muzikant die zich de blaren in zijn mond speelt om zich te meten met de groten der aarde. Een ideaal scenario voor iedere dirigent. Lekker bezig met muzikanten die graag willen en er alles voor over hebben om een zo goed mogelijke uitvoering te geven.

Daar zijn wij nu beland bij, volgens de schrijver van dit stuk, het essentiële van de aanhef van dit artikel. Vinden wij dat, ondanks dat een ieder zijn stinkende best doet zo goed mogelijk zijn partij te spelen, het rechtvaardig is om te worden beoordeeld op de vorm van de dag en de daarbij goede, slechte of matige uitvoering. Ik ben geneigd te zeggen dat het mij niet uitmaakt of het in de ogen van drie mensen die mij niet eens kunnen zien, maar gelukkig wel horen, goed, slecht of matig is. Ik weet zelf verdraaid goed wat er wel goed en niet goed was. Daar heb ik geen jurylid voor nodig. Het doet mij denken aan een conference van het illustere duo Koot en Bie die een zanger interviewden nadat hij terugkwam uit het Tsjechische Clatsewitjse (een stad bedacht door hun zelf). Zij roemden de zanger vanwege zijn uitstraling. Hij ontving de prijs voor de best zittende broek, de mooiste adamsappel en meer van dit soort hilarische flauwekul maar niet over zijn kwaliteit als zanger. In de context van dit verhaal: moeten wij iemand beoordelen op iets wat hij heel graag en vol passie iedere week op een repetitie ten gehore brengt? Moeten wij de degene die daar een waardeoordeel over gaat geven ook beoordelen? Het blijft mensenwerk.

Zin of onzin, laten wij nu eens voor altijd ons tijdens een kampioenschap, welk dat ook mogen zijn, realiseren dat er mensen op het podium zitten die hun best doen en dat er een winnaar is en bijna winnaars zijn. Geniet van hetgeen wordt gebracht door mensen vol met die passie en geestdrift. Wat is nu een half punt op vijfennegentig punten? Een bijkomend voordeel is….. Maandag gaat iedereen weer over tot de orde van de dag en leest in de krant dat de Noord-Koreaanse regering vasthoudt aan hun nucleaire programma, zouden zij ook een jury hebben die hun beoordeeld?