Rijnmond zeer gedreven
Een strak geregisseerde opening kent overtuiging; vervolgens verdwijnt het thema een beetje door het spel van de mutes. Echter voor het Allegro con fuoco horen we een mooie bandsound, maar raken we de melodie wat kwijt (D). Het meno mosso is echter fraai van opzet met veel expressie. Het Adagio con moto brengt een mooie sfeer, en blijft intens. De trombonesolo is in vertrouwde handen blijkt door mooi en verzorgd spel, wat naadloos overgenomen wordt door de flugel en euphonium. Het Vivo is zeer strak van karakter, soms is het samenspel net niet sluitend.
Het sostenuto na het Grave is - helaas - wat te fors van karakter, wel zeer intens spel. Dynamisch zou het langzame deel nog wat zachter een nog grotere impact geven aan dit deel van het werk.
Technisch weten de Rotterdammers zich goed te redden in dit werk; de flugel komt ook prima door de solopassage evenals de euphoniumspeler. Het spel blijft zeer gedreven, het orkest zoekt hierbij de grenzen op met flinke tempi en uitersten in dynamiek.